DORDRECHT – Iedere eerste woensdag van de maand neemt Henk Mesman voor Dordt Centraal een duik in de geschiedenis van Dordrecht. Deze maand schrijft hij over de Bonifatiuskerk aan de Wijnstraat. Door veel Dordtenaren vaak met enige gevoelens van weemoed aangeduid als ‘het oude Bibelot’, maar dit verhaal begint een paar eeuwen eerder. 

De Bonifatiuskerk en het katholicisme in Dordrecht

De Bonifatiuskerk is zeker niet het mooiste kerkgebouw van Dordrecht, maar deze kerk in de Wijnstraat, gebouwd in 1826, geeft wel een mooi inkijkje in de geschiedenis van het katholicisme in onze stad. In 1572 bezetten de watergeuzen Den Briel en Dordrecht. De Dordtse stadsregering werd protestants en schaarde zich aan de kant van de opstand tegen de Spaanse koning Filips II. De allesoverheersende godsdienst in Holland, dus ook in Dordrecht, werd de Nederduits Gereformeerde Kerk. Dit is een variant van het protestantse gedachtengoed. Alle katholieke godshuizen, in Holland en de andere gewesten, werden zo in de loop van de 16e eeuw door de Nederduits Gereformeerde Kerk geconfisqueerd, zo ook in Dordrecht. Het protestante Dordtse stadsbestuur wees de tot dan katholieke Grote Kerk toe aan de gereformeerden.

Meesten bleven katholiek

Niet alle katholieke Dordtenaren gingen over naar het protestantisme. Integendeel, het grootste gedeelte van de bevolking bleef katholiek. In 1574 telde Dordrecht ongeveer 12.000 inwoners. De gereformeerde kerken hadden in dat jaar slechts 470 lidmaten die het Avondmaal van de protestantse kerk mochten bijwonen. Daarnaast waren er nog ‘liefhebbers’. Deze mensen waren geen lid van de Nederduits Gereformeerde Kerk, maar bezochten wel de  diensten.

Berufsverbot

In 1600 bestond de bevolking in de Noordelijke Nederlanden voor 10 procent uit lidmaten van de protestantse kerk. Door de protestantse overheden werd katholieken verboden om maatschappelijke functies te bekleden. De staat was een belangrijke werkgever in die tijd. Vanwege de noodzaak van het hebben van een betaalde betrekking, bekeerde een deel van de katholieken zich tot het protestantisme. Desondanks is de katholieke gemeenschap altijd groter gebleven dan de protestantse. Vandaag de dag noemt 20 procent van de bevolking in ons land zich katholiek en 15 protestant. De vele katholieken die ondanks alles hun geloof trouw bleven werden in de 17e en 18e eeuw gedoogd en mochten hun eucharistievieringen in het geheim houden in zogenaamde schuilkerken. Aan de Kuipershaven 41, het huidige Meevat, was er op zolder zo’n ‘geheime’ plaats waar de katholieken hun godsdienst tegen een afkoopsom mochten belijden.

Vrijheid, gelijkheid en broederschap

De Franse revolutionairen lieten, nadat zij in 1795 de Nederlanden hadden veroverd, hier een andere wind waaien. Hun leus ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ klonk ook in ons land. De nieuwe machthebbers vonden dat het afgelopen moest zijn met het discrimineren van de katholieke medeburgers. Nadat Napoleon in 1815 bij Waterloo was verslagen werd Nederland een koninkrijk onder koning Willem I. Willem I zette de ingeslagen weg van de Franse bezetter voort. Hij was voorstander van Christendom boven ‘geloofsverdeeldheid’. Voor Willem de Zwijger, de verre voorvader van Koning Willem I, was het ook een wens geweest dat katholieken  en protestant vreedzaam met elkaar zouden samenleven. Na de grondwetsherziening van 1848 besloot Paus Pius IX in 1853 een bisschop te benoemen in Nederland, in de katholieke kerk een belangrijke ambtsdrager. Deze functie was in het door protestanten gedomineerde Nederland lang afwezig geweest. De katholieken wilden graag al hun kerken terug hebben. De regering trachtte hier in te bemiddelen, maar de protestanten bleven zich verzetten en verlieten de toegeëigende kerken nauwelijks. De Grote Kerk is tot op de dag van vandaag in protestantse handen.

Niet te hoog

Als pleister op de wonde werd door de regering een regeling met de katholieken getroffen. Met staatssteun werden er nieuwe kerken voor hun parochianen gebouwd. Er werd opdracht gegeven aan de in 1798 opgerichte Rijkswaterstaat om naast het bouwen van sluizen en bruggen ook kerken te gaan ontwerpen. Men koos voor Rijkswaterstaat, omdat die organisatie voor sobere (goedkope) gebouwen kon zorgen. De Dordtse stadsarchitect P. Plukhooy ontwierp de Bonifatiuskerk in de Wijnstraat in een sobere neoclassicistische waterstaatsstijl. De ingang wordt omlijst door houten (goedkopere) ionische zuilen. Er gaat een verhaal dat de protestanten afgedwongen hebben dat de toren van het kerkgebouw niet hoog zou worden. Waarschijnlijk zodat de katholieken niet te prominent in de stad aanwezig zouden zijn. De naam van dit godshuis is niet toevallig gekozen. Bonifatius was de missionaris die in de 8e eeuw het universele christelijke geloof kwam prediken in Noord-Europa. Katholiek (katholikos) is het Griekse woord voor universeel. De Dordtse katholieken uit de 19e eeuw voelden zich ook missionarissen. Zij brachten het verloren gegane ‘ware geloof’ in de afvallige Nederlandse katholieke kerkprovincie terug.

Bibelot

Het religieuze landschap ziet er vandaag heel anders uit. Anno 2022 lopen de kerken leeg. De meerderheid van de mensen is niet meer aangesloten bij een kerkgenootschap. In 1974 sloot de Bonifatiuskerk definitief zijn deuren bij gebrek aan parochianen. Na zeven jaar leegstand werd de kerk van 1981 tot 2013 een poppodium, genaamd Bibelot. Op dit moment wordt er in het kerkgebouw een aantal appartementen gerealiseerd met behoud van het karakter van het gebouw.

Henk Mesman. (Archieffoto: Stolk Fotografie)