DORDRECHT – Het Dordtse chemieconcern betaalde sinds haar oprichting in 2011 (in de aanloop naar de afsplitsing van het oorspronkelijke DuPont in 2015) per saldo enkele tientallen miljoenen winstbelasting in Nederland. Dat meldt woordvoerder Harmen Geers namens het concern. Hij vindt het teleurstellend dat de redactie van Follow The Money een deel van de bedrijfsresultaten eruit gelicht heeft, om de suggestie te wekken dat Chemours het betalen van belasting zou willen ontwijken. “Onze vestiging in Dordrecht is een productiefabriek. De verkoopafdeling van Chemours zit in Zwitserland. Verkoop van de producten verloopt wereldwijd vanuit die locatie. Dat is efficiënter.” (Archieffoto: Stolk Fotografie)

Hij vervolgt: “Deze bedrijfsstructuur is geheel binnen de kaders van de wet en geschiedt op grote schaal bij veel internationale bedrijven. Chemours Netherlands BV had tot 2019 tientallen miljoenen winstbelasting betaald; zoveel dat naderhand bleek dat we teveel hadden betaald. Tijdens de coronajaren kregen we dan ook een gedeelte teruggestort van de Belastingdienst, want deze jaren waren geen topjaren voor de industrie. Wij leveren onder andere veel producten aan de automobielindustrie. Die sector heeft zwaar geleden onder de pandemie. Door zowel de teruggave, hogere kosten, als corona was de winstbelasting de afgelopen jaren lager of zelfs positief. Als je als onderzoeker dan alleen daarop inzoomt, dan schets je geen eerlijk beeld. Dan ben je op zoek naar bewijzen die je aanname bevestigen.”

Essentieel

Desgevraagd vertelt de woordvoerder dat de grote research- and development-afdeling van Chemours veel onderzoek doet naar niet-gefluoreerde hulpstoffen die dezelfde eigenschappen hebben voor de productie van de fluorpolymeren die worden verkocht onder de merknaam Teflon. Dat is tot op heden niet gelukt. “De wereld kan op dit moment nog niet zonder fluorpolymeren. Er kan geen computerchip gemaakt worden zonder dit product en ook in bijvoorbeeld de medische wereld is het onmisbaar. Stents die in bloedvaten geplaatst worden die dichtgeslibd zijn, hebben een Teflon-laagje. Teflon is bio-inert, dat betekent dat het lichaam niet reageert op deze stof.”

Verbranden

Over het verwerken van het bedrijfsafval vertelt Geers: “We hebben een oven op ons terrein die gasvormige fluorverbindingen op een hele hoge temperatuur van zo’n 1.000 graden verbrandt. Daarnaast worden de koolstoffilters die GenX-stoffen afvangen naar een gespecialiseerde verwerker gebracht, die deze op vergelijkbare verantwoorde wijze vernietigt in een draaitrommeloven. Afvalwater waar GenX-stoffen in zitten, de hulpstoffen voor de productie van fluorpolymeren, concentreren we zoveel mogelijk. Uit dit concentraat kunnen we nieuwe GenX winnen en hergebruiken. Dit kan alleen in de fabriek in de VS. Vanuit bezorgdheid hebben omwonenden in de VS bij de autoriteiten aangedrongen op een verbod op de invoer van het concentraat. Dat is jammer, want verantwoord hergebruik is beter dan vernietigen. Maar ook onze vaste afvalverwerker Indaver mag dat concentraat in België niet meer verwerken. Met als gevolg dat we het niet meer kunnen recyclen en ook nog door heel Europa moeten vervoeren om het te laten vernietigen.”

Derde Merwedehaven

In het verleden is PFAS-afval hoogstwaarschijnlijk gestort in de Derde Merwedehaven, destijds beheerd door Delta. In het dossier van de gemeente is te lezen dat in het grondwater onder verschillende voormalige stortplaatsen PFAS (met name PFOA) is aangetroffen. Op de stortplaatsen Crayestein-Oost en -West, Merwedepolder, Polder Stededijk, Derde Merwedehaven en Transberg is in het verleden industrieel chemisch afval gestort; mogelijk ook afkomstig van DuPont (nu Chemours), waar tot 2012 PFOA werd gebruikt. Gezien de stortperiode en de beperkte registratie destijds kan dit niet worden uitgesloten. Het grondwater onder alle stortplaatsen wordt gemonitord en waar nodig wordt met systemen voorkomen dat verontreinigd grondwater zich verder verspreidt.