DORDRECHT – Het Dordts Patriciërshuis heeft een uniek, vroeg bloemstuk van Arie Lamme uit 1767 verworven. Er zijn nauwelijks schilderijen bekend van deze stamvader van de kunstenaarsfamilie Lamme en de grootvader van Ary Scheffer uit Dordrecht. Het schilderij is uit privébezit op een veiling in Amerika opgedoken. De nieuwe aanwinst sluit prachtig aan bij de tentoonstelling In de Floria die nog tot en met 26 maart in het museum aan de Oude Maas te zien is.

Het onbekende bloemstilleven met vogels van Arie Lamme (1748-1801) dook eind vorig jaar plotseling op bij een klein veilinghuis in de Amerikaanse staat North Carolina, waar het lange tijd in privéverzamelingen hing. Het is onbekend hoe het Dordtse schilderij in Amerika terecht is gekomen. Het Dordts Patriciërshuis, waar vorig jaar net een tentoonstelling was geopend over bloemstillevens rond 1800, werd getipt over de veiling van het werk. Hans van Herwijnen, conservator van het museum, was blij verrast met de vondst: “Voor de tentoonstelling is uitvoerig onderzoek gedaan naar alle schilders in Dordrecht die bloemstillevens maakten, waarvan de mooiste voorbeelden hier nu zijn samengebracht. Arie Lamme wordt genoemd in de catalogus, maar dit werk was ons niet bekend.” Schilderijen van Arie Lamme zijn uiterst zeldzaam. Het Dordrechts Museum bezit enkele voorbeelden uit het bezit van Ary Scheffer, de kleinzoon van Arie Lamme. In de jachtkamer van het oude stadhuis is daarnaast een schoorsteenstuk met bloemen en jachtbuit te vinden uit 1769. Het nieuw opgedoken schilderij dateert van twee jaar eerder.

In de Floria
“We zijn enorm blij dat het gelukt is om deze Arie Lamme op de veiling te kopen. Het is nu blijvend teruggekeerd naar de plaats waar het meer dan 250 jaar geleden is gemaakt. En het moment is perfect: het past zeer mooi in de huidige tentoonstelling!’ aldus van Herwijnen. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Het Dordts Patriciërshuis is de feestelijke en kleurrijke tentoonstelling In de Floria nog tot en met 26 maart dit jaar te zien. Het nieuwe bloemstuk valt op omdat het opmerkelijk vlot en los geschilderd is en er ook vogels aan de bloemen zijn toegevoegd. Dat laatste is ook op andere bloemstukken in de tentoonstelling te zien, zoals op schilderijen van Joris Ponse en Cornelis Kuipers. De nieuwe aanwinst is het vroegste stilleven op de tentoonstelling, gemaakt toen Lamme 19 jaar was. Van Herwijnen benadrukt: ‘Het is voor Het Dordts Patriciërshuis een bijzondere aanwinst, het gaat in dit museum juist om verrassende schilderijen van kleine meesters uit Dordrecht die de sfeer van het huis versterken. Arie Lamme was nog niet vertegenwoordigd. En hij was een interessante schilder die een voorbeeld was voor Ary Scheffer.”

Opa van Ary Scheffer
Arie Lamme kan gezien worden als de stamvader van de kunstenaarsfamilie Scheffer-Lamme. De bekende Ary Scheffer (1795-1858) was een kleinzoon van Arie Lamme. Hij was naar hem vernoemd en had grote waardering voor hem, hoewel hij slechts zes jaar oud was toen Arie Lamme overleed. Scheffers moeder, de kunstenares Cornelia Scheffer-Lamme (1769-1839), hield de nagedachtenis aan haar vader levend en schreef in een brief aan haar 14-jarige zoon Ary: ‘Je lijkt op je grootvader die met alle standen, alle soorten en humeuren van mensen kon omgaan. Je hebt veel van hem in je voorkomen en in je verstandelijke vermogens; je hebt zijn werkzame aard, zo zul je ook wel zijn hart hebben en wanneer ik je wederzie zal ik in de beste zoon de beste der vaders terug krijgen. Tranen van vreugde en weemoed dwingen mij dit onderwerp af te breken.’ Scheffers jongere broer Arnold omschreef hun grootvader later als ‘een van de meest verheven mensen die de natuur kan scheppen’ en ook zijn politiek engagement moet indruk op de broers hebben gemaakt die betrokken waren bij verschillende Franse revoluties. Arie Lamme was in de patriottentijd naast schilder en dichter ook schutter en een patriot in hart en nieren. In 1787 moest hij het land zelfs ontvluchten toen het Pruisische leger de Nederlandse Oranjegezinden te hulp kwam. Hij vertrok voor twee jaar naar België waarna hij samen met Scheffers moeder terugkeerde naar Dordrecht.