DORDRECHT – Maandagmorgen. Er heerst een enorme bedrijvigheid in Dierentehuis Louterbloemen. De verblijven worden schoongemaakt, de dieren gevoederd en medicatie uitgedeeld. Daarna wordt er verrijking voor alle dieren gemaakt, voorgelezen, aandacht gegeven en de honden uitgelaten. IJverig en gestructureerd voert iedereen zijn taak uit. Aan het hoofd van deze geoliede machine staat beheerster Mirjam Addiks (50 jaar). Zij werkt al ruim dertig jaar bij het Dordtse dierentehuis. Haar werk is verweven met haar privéleven. “Ja hoor, terwijl ik in de pasta sta te roeren, hang ik gerust met het dierenziekenhuis aan de telefoon. Van het weekend heb ik nog drie kittens opgevangen die om de twee uur gevoerd moeten worden. Gelukkig verzorgt mijn hond ook graag kittens. Het is een manier van leven. Ik ben niet anders gewend. Een baan tot 5 uur zou ik snel heel saai vinden.”

Het kan niet anders dat jij van jongs af aan al gek bent op dieren?
“Ik ben opgegroeid in Bleskensgraaf. Daar zat ik altijd tussen de dieren. De vader van een vriendje was dieren/veearts. Ik hielp in de praktijk. Zette de tijdschriften recht in de wachtkamer, aaide de poes die bijkwam uit narcose. Mijn opa en oma hadden een boomgaard en koeien, konijnen, cavia’s en katten. Ik was altijd buiten. Toen we op mijn twaalfde naar Papendrecht verhuisden, vond ik dat jammer. Ik kreeg van mijn ouders een hond, dat hielp. Ook ben ik bij een praktijk in Papendrecht gaan werken. Als mijn vriendinnen vroegen of ik meeging naar de Meent, vroeg ik me af wat je daar nou moest doen…” Lachend: “Dat is goed gekomen, hoor. Ik wende snel.”

Een dierenopleiding was dus vrij logisch.

“Ja, maar ik wist niet precies wat. Soms is er ook geen brood in te verdienen. Je moet geluk hebben, want bij dit soort werk kom je er bijna niet tussen. Tijdens het middelbaar beroepsonderwijs heb ik stage gelopen bij Blijdorp; bij de nachtdieren, wolven en miereneters. Manenmiereneters zijn nog grote dieren zeg! Vervolgens werd ik gewezen op een stageplek bij het asiel in Dordrecht. Daar ben ik in 1985 begonnen als stagiaire, vakantiekracht en vervolgens kon ik een collega die langdurig ziek was vervangen. Ik kwam voor de keuze te staan om bij het asiel te blijven of mijn opleiding af te ronden. In overleg met mijn ouders heb ik voor het eerste gekozen. Mijn papieren heb ik met cursussen binnengehaald.”

Je bent nu vijftien jaar beheerder. Zijn er nog uitdagingen?
“Volop! Louterbloemen is een ambulancedienst gestart die voor zes Drechtsteden rijdt. Hiervoor hebben we contacten gelegd met de gemeenten, het gebied in kaart gebracht en mensen opgeleid. Binnenkort krijgen we een derde ambulance van Stichting Dierenlot! Inmiddels zijn er tweeduizend ritten gereden. Louterbloemen heeft een harde kern van zes mensen die bij het meubilair horen en rond de negentig vrijwilligers, waar nauwelijks verloop in zit. De één heeft een paar uurtjes per week te besteden, de ander meer. En iedereen heeft zo zijn eigen kwaliteiten. Er zijn chauffeurs, bijrijders, centralisten, dierverzorgers, hondentrainers, katten- en konijnenknuffelaars, mensen die de pr verzorgen, enzovoorts. Daarnaast is Louterbloemen een officieel leerwerkbedrijf. Er werken hier mensen van de dagbesteding, het speciaal onderwijs en uit de participatiewet. Zij worden professioneel begeleid, zodat iedereen zijn plekje vindt. Daarnaast zijn we natuurlijk druk bezig met de nieuwbouw van het asiel.”

Hoe staat dat er eigenlijk voor?
“Er ligt een ontwerpschets. We zijn aan het onderzoeken welke manieren van financieren mogelijk zijn. De gesprekken met de zes gemeentes lopen. Een projectbureau, architect en onder andere fiscalist zijn bezig en bodem- en saneringsonderzoeken worden gedaan. Dit allemaal op kosten van Louterbloemen. Voor de nieuwbouw is nog een fors bedrag nodig. Ik heb onlangs de opleiding fondsenwerving afgerond. We zullen verschillende acties gaan starten. Inkomsten genereren we onder andere uit ons pension en een speciale test die we hebben ontwikkeld samen met gedragsdeskundige Ine van den Enden. Hoog risico-honden of honden die betrokken zijn geweest bij een bijtincident testen we op verzoek van eigenaren, politie of collega-asielen. Is het een hond waar verkeerd mee om is gegaan? Is er training nodig of hebben we echt te maken met een gevaarlijk dier met een gedragsprobleem? Daarnaast hebben we onlangs een driedaagse training verzorgd voor politie, handhavers en medewerkers van de gemeente Rotterdam die sinds enige tijd een hondenmeldpunt heeft. Er wordt uitgelegd hoe er op een gevaarlijke situatie gereageerd moet worden, zonder dat het gevaar oplevert voor jezelf of de omgeving.”

Wie bij het asiel werkt, zal vast heel wat zielige dingen voor zijn kiezen krijgen.
“Je moet niet te idealistisch zijn, maar realistisch. Dat je iets zieligs tegenkomt, daar kom je niet onderuit. Zo lang de mooie dingen maar overheersen. Dat moet je leren natuurlijk. Ik heb inmiddels zóveel gezien…In het begin was ik ook boos, hoor. Ik kan die energie nu omzetten in daden. Ik kan niet ongedaan maken wat er is gebeurd, maar wel kijken naar wat ik kan doen om het dier te helpen. Natuurlijk zijn er dingen die je nooit vergeet. Je zet je met hart en ziel en vol passie in voor dieren. We vinden dat alle dieren een tweede kans verdienen. Geven ze geen stempel. Evenmin beoordelen we mensen. Dat neemt niet weg dat elk rotgeval op je netvlies staat gebrand. Soms hebben dieren maandenlang verzorging nodig voor ze weer herplaatsbaat zijn. Er komen dieren binnen die mishandeld zijn of nog nooit het daglicht hebben gezien. We hebben nu een herder van drie jaar oud die nooit buiten zijn tuin is geweest. Gelukkig is hij heel leergierig.”

Verlies je het vertrouwen in mensen niet?
“Nee. Ik zie het slechte van mensen, maar ook heel veel het goede van mensen. Al die hulpverleners die zich inzetten om een dier een tweede kans te geven. Al die vrijwilligers die continu hard bezig zijn. Uit mijn hoofd gezegd hebben we vorig jaar 450 katten herplaatst! Heel veel mensen willen een asieldier. Mijn eerste hond Chienny kwam ook uit het asiel. Mijn vader zei: ‘als er een hond komt, moet ie wel uit het asiel komen’. Op alle mogelijke manieren proberen we het verhaal van een asieldier levend te houden. Door een verhaaltje op Facebook te plaatsen, in onze nieuwsbrief en andere social media. En door een koppeling te maken met de site (ik zoek baas, red.). Dit maakt dat we veel dieren kunnen herplaatsen, over het hele land. En door alle activiteiten die we doen, naast het asiel en het pension, hebben we een grote naamsbekendheid.”

Laten we afsluiten met een dier dat je altijd is bijgebleven.
“Moet ik er eentje kiezen? Ik weet er zoveel…maar voor veel mensen is het verhaal van Drechtje herkenbaar. Deze kitten werd twee jaar geleden in de Drechttunnel uit een auto gegooid. Ze had een gebroken voor- en achterpoot en een gebroken kaak. De voorpoot moest geamputeerd worden. Ik heb haar in huis genomen om te herstellen. Het was zo bijzonder dat ze vertrouwen in mij had, nadat er mensenhanden waren geweest die haar zoiets ergs hadden aangedaan. Na vijf maanden was ze hersteld. Omdat ze zo gewend was kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om haar te herplaatsen. Dan zou ik ook haar vertrouwen beschamen. Nu heeft ze een dikke vriend. Komo, vernoemd naar het merk vuilniszakken, omdat hij alles eet. Ik werd een keer opgebeld met het verzoek om een kitten op te vangen waar bij de achterpoot de botten eruit staken. Zo was hij gevonden. Zijn achterpootje moest worden geamputeerd. Of hij bij mij mocht aansterken, omdat ik ervaring had met dit soort gevallen. Drechtje en Komo zijn nu de dikste ‘driepoot vrienden’.”

Meer weten over het dierentehuis en alle activiteiten: zie www.louterbloemen.nl. Volg het asiel ook op Facebook! Op zaterdag 31 maart is het Paasfeest bij Louterbloemen. Kinderen mogen paaseieren zoeken en een paashaas knutselen.

Dier in nood? Het telefoonnummer van de dierenambulance is tel. 06-17003200.