Onze buurman kan onbedaarlijk hard lachen. Dat stoort mij niet en als het me wél zou storen, dan kan ik hem hooguit vragen om voortaan op lager volume te lachen. Dat verzoek kan hij vervolgens negeren, want hij heeft een vergunning om in zijn eigen huis en tuin af en toe hard te lachen. Geintje. Alhoewel ik me soms afvraag hoe lang het nog duurt of de overheid dat óók nog wil gaan reguleren. Voor u en mij dus, want voor de horeca zijn er al tal van regeltjes, gekoppeld aan vergunningen. En dat oerwoud, daar moet nodig de bijl in.

Omwonenden van Bluebirds in the Backyard en voorganger Huis Roodenburch, aan de Wijnstraat, hebben na jarenlang procederen voor elkaar gekregen dat de tuin van het restaurant direct moet sluiten. Het gloednieuwe terras van De Witt, in wat tot voor kort filmhuis The Movies was, gaat volgende maand misschien niet eens open. Ook hier procederen buurtbewoners er lustig op los. Ze voegen er daar nog vriendelijk aan toe, dat ze niet de uitbater willen treffen, maar de trage en te coulante gemeente. Ik sla je op je bek, maar ik bedoel het dus niet zo kwaad.

Voordat u nu denkt dat ik hier (weer) een tirade ga afsteken tegen mensen die niet in de binnenstad moeten gaan wonen als ze geen levendigheid om zich heen kunnen verdragen, schakel ik een tandje terug. Het probleem zit niet in enkele bewoners van de binnenstad, die minder (over)last kunnen verdragen dan anderen. We zagen dit bijvoorbeeld ook bij twee bewoners van een gegoede buitenwijk, die samen een complete voetbalclub (OMC) achter hun tuin weg wisten te krijgen. Al die roepende sporters en dat getrap tegen ballen; geluidsoverlast van de ergste soort.

Je kunt die bezwaarmakers notoire ouwe zeikers noemen, maar dat lost niks op. Het probleem zit in de regeltjes. En wie heeft die regeltjes gemaakt? Wat mij dus vooral stoort is dat degenen die verantwoordelijk zijn voor bestemmingsplannen, terrasvergunningen en nog veel meer regeltjes de beschuldigende vinger wijzen naar mensen die geen levendige binnenstad in hun eigen achtertuin willen en daarbij wijzen op die regeltjes. Krijgen ze ook nog gelijk van de rechter, dan moet je als gemeentebestuurder je mond houden en eens goed kijken naar je eigen regeltjes.

Thijs