DORDRECHT – Henk Mesman schrijft iedere maand voor Dordt Centraal een verhaal over de geschiedenis van onze stad en haar omgeving. Dit keer vertelt hij over de bloederige vete die losbarstte na het overlijden van Graaf Dirk VII van Holland stierf op 4 november 1203 in Dordrecht.

Wie kent het niet. Er gaat een rijke oom of tante dood en de familie stort zich op de erfenis. Het slechtste in de mens komt naar boven. De eens zo aardige schoonzus wordt een inhalig kreng. Onze geschiedenis kent tal van dit soort erfenisincidenten door alle rangen, standen en achtergronden heen. Juist bij de feodale adel was de strijd om erfenissen schering en inslag en draaide het vaak uit op moord en doodslag. In de 4e eeuw n.C. trokken de Romeinen zich langzaam uit Noord-Europa terug, waardoor een machtsvacuüm  ontstond. In het gebied waar we nu leven woonden in die tijd de Germanen. Er waren verschillende stammen binnen het Germaanse volk, waaronder de Friezen, de Franken en de Bataven. Een enorme machtsstrijd was het gevolg. Uiteindelijk kwamen de Franken als grote winnaar uit de strijd en vormden het Frankische rijk.

Salische erfrecht

Vanzelfsprekend was er in het Europa uit die tijd geen geschreven  wetgeving. Men beriep zich in conflictsituaties op het gewoonterecht. De Saliërs, een subgroep van de Franken uit het gebied dat tegenwoordig Salland heet, stelden aan het begin van de 6e eeuw een ‘primitief’ wetboek samen. Hierin werden zaken geregeld rond moord, diefstal en erfrecht. In het Salische erfrecht werd een gebied of rijk verdeeld tussen de zonen van de gestorven boer, grootgrondbezitter of koning. Karel de Grote, de toenmalige heerser van het grote Frankische rijk, had slechts één erfgenaam. Dit leverde dus geen problemen op. Maar zijn zoon Lodewijk de Vrome had drie zonen. Na diens overlijden in 840 leidde dit direct tot een broederconflict. In het verdrag van Verdun, in het jaar 843, regelde men dat het Frankische rijk in drie delen werd gesplitst. Het westen, het huidige Frankrijk, werd toegekend aan Karel de Kale. Het midden van het Frankische rijk aan de oudste zoon Lotharius. En het oosten aan Lodewijk de Duitser. Aan de bewoners van deze gebieden werd niets gevraagd. Ondanks dit verdrag kregen de broers toch ruzie, vooral over het gebied van Lotharius. Deze erfeniskwestie legde de basis voor de eeuwenlange Frans-Duitse rivaliteit in Europa, tot aan de Eerste Wereldoorlog aan toe. Gelukkig kwam er in de 11e eeuw een einde aan het Salische erfrecht, mede vanwege alle problemen die er door ontstonden bij erfenissen. Het te erven gebied ging in de nieuwe regeling voortaan naar het oudste kind, meestal de zoon. Het ‘Oost Frankische rijk’ ging langzaam over in het ‘Heilige Roomse Rijk’, dat ongeveer overeenkwam met wat nu Duitsland, de Benelux, Oostenrijk, Noord-Italië en Hongarije samen zijn. Dit ‘Heilige Roomse Rijk’ werd door een keizer geregeerd.

Zwaardleen en Spilleleen

De keizer verdeelde zijn rijk in graafschappen die bestuurd werden door graven. Deze graven leenden het graafschap van de keizer. Wanneer het ‘wettelijk’ geregeld was dat het graafschap alleen van vader op de oudste zoon overgeërfd mocht worden, noemde men dit een zwaardleen. Wanneer het ook op de dochter over kon gaan, noemde men het spilleleen. De volgende geschiedenis gaat over een conflict in het graafschap Holland, ontstaan door een erfeniskwestie. Graaf Dirk VII van Holland stierf op 4 november 1203 te Dordrecht. Zijn enige op dat moment nog levende kind was Ada, maar zij kon het graafschap Holland niet erven, omdat het een zwaardleen was. De vrouw van Dirk VII wilde dat Ada de erfenis zou krijgen. De erfenis mocht vooral niet gaan naar de door haar gehate Willem, de broer van haar man. Ada’s moeder zocht zo snel mogelijk een huwelijkskandidaat voor haar dochter. Een gehuwde vrouw verloor in die tijd de zeggenschap over al haar bezittingen en eventuele erfenissen. Haar man ging dat beheren en mocht er mee doen wat hij wilde. Op de dag dat haar vader overleed, trad de 15-jarige Ada met de 45-jarige graaf Lodewijk II van Loon in het huwelijk, hier in Dordrecht. Zo kwam het graafschap Holland in handen van Lodewijk II van Loon. De broer van Dirk VII, de latere Willem I van Holland, was zeer ontstemd over deze truc van zijn schoonzus. Een bloedige oorlog was het gevolg.

Loonse oorlog

Deze oorlog is de geschiedenis ingegaan als de Loonse oorlog 1203-1206. De arme Ada werd door oom Willem ontvoerd naar Engeland. De strijd verliep met wisselende kansen, soms in het voordeel van Willem, een andere keer was Lodewijk aan de winnende hand. In 1204 werd in het vuur van de strijd door de bisschop van Utrecht, één van de bondgenoten van Lodewijk, Dordrecht geplunderd en in brand gestoken. Aan al deze ellende kwam een einde op 14 oktober 1206 en werd er vrede gesloten in de stad Brugge. Holland werd tussen Lodewijk en Willem verdeeld. Maar de Hollandse bevolking bleef Lodewijk II van Loon als een indringer zien. De oer-Hollandse oom Willem uit Den Haag was veel geliefder bij het volk. In 1213 erkende keizer Otto IV van het ‘Heilige Roomse Rijk’ Willem I als graaf van heel Holland.

Henk Mesman. (Archieffoto: Stolk Fotografie)

 

Hoofdafbeelding: Het huwelijk van Ada en Lodewijk in 1203 met links de stervende graaf Dirk VII.