Heeft een Oekraïense vluchteling of een Syrische statushouder méér recht op een woning dan onze kinderen? Het is voor sommigen een pijnlijke vraag, maar het is wel een vraag die vaak gesteld wordt. En eigenlijk wel terecht, want te veel van onze kinderen zitten door de woningnood gedwongen nog bij pa en ma. De eerste politicus die uit kan leggen waarom een vluchteling of statushouder voorrang krijgt boven onze kinderen moet nog geboren worden, dacht ik. Maar daar heb ik me dus in vergist.

In Vlaardingen is een heuse Oekraïnewijk gebouwd voor liefst duizend vluchtelingen. Het is ze van harte gegund (ik meen dat echt), maar ik moest wel lachen om de wethouder die op televisie de bovenstaande vraag kreeg. Zoals het een politicus betaamd gaf ze niet écht antwoord: “Het Rijk betaalt de bouw van deze wijk, omdat die voor vluchtelingen is”. Natuurlijk vindt ook zij niet dat Vlaardingse kinderen minder recht hebben op zo’n woning. Eigenlijk is er maar één simpel antwoord; iedereen heeft recht op een woning.

Alle politieke prietpraat ten spijt wordt de woningnood alleen maar groter. In Dordrecht is voor jongeren een aardige druppel op de gloeiende plaat gegooid met 333 containerwoningen op het Leerpark. Er waren vier keer (!) zoveel liefhebbers en één van de gelukkigen was mijn dochter. Tot ze zag wat ze kreeg; een hok van 18 vierkante meter voor bijna 500 euro per maand. Dan toch nog maar een tijdje bij ons dus. Bovenverdieping met twee kamers, véél groter, ook nog goedkoper, maar dat terzijde.

Dochter kon op het Leerpark ook maar twee jaar huren. En dan? Niemand die het antwoord heeft. De Oekraïeners in Vlaardingen zitten in flexwoningen van 27 vierkante meter. Ietsje ruimer dus. De wijk daar is óók tijdelijk, al zijn de woningen herbruikbaar. Eigenlijk zie ik hier ook graag zo’n wijk verrijzen. Het Rijk betaalt toch? Ik zou ‘m wel zo bouwen dat na de oorlog – als veel bewoners weer naar hun land terugkeren – de wijk gewoon blijft en de woningnood weer een beetje geledigd wordt.

Thijs Blom