DORDRECHT – Voormalig stadsdichter van Dordrecht, Marieke van Leeuwen verricht zaterdag 17 november om 15.00 uur de aftrap voor een ludiek poëzieproject: Het Langste Straatdicht Aller Tijden. Thema van dit langste straatdicht is winkelen in de stad, toen, nu en in de toekomst’. Het resultaat van de tweeweekse tour wordt gepresenteerd op 1 december op de kop van Voorstraat West bij Heer & Meester, dat is op steenworp afstand van het dichtershuisje van Cees Buddingh’. (Archieffoto: Thymen Stolk)

Waarom een straatgedicht?

Maarten Wijk, die het Lokaal Klik aan de Voorstraat-West heeft, vertelt: “We zijn nieuwsgierig naar de mening van ons winkelend publiek. Waarvoor komen ze naar de binnenstad. Wat betekent de Voorstraat voor hen en wat willen ze in de toekomst zien als ze gaan winkelen?

Hoe werkt het?

“Er komt een bord zo groot als een flipover dat iedere dag zal verhuizen naar een volgende winkel op de Voorstraat-West en de Grote Spuistraat. De betreffende winkelier is die dag verantwoordelijk voor het bord en zal zijn klanten uitnodigen om wat dichtregels toe te voegen. Als het droog weer is staat het bord voor de deur buiten en kunnen ook passanten meeschrijven aan het langste gedicht. Heel graag zelfs!”

Wat zijn de spelregels?

“Iedere passant mag meeschrijven aan het gedicht. Enige voorwaarden zijn dat de zinnen moeten rijmen en dat de schrijver in de dichtvorm moet aansluiten op de vorige dichter. We hanteren het dichtschema aa-bb-cc. Dus twee zinnen die op elkaar rijmen. Elke dichter schrijft als laatste zin een regel waar de volgende op zal gaan rijmen. Marieke van Leeuwen begint met de eerste zeven regels: aa-bb-cc-d. De volgende schrijft dan d-ee-ff-g; dus eindigt weer met een regel die nog afgedicht moet worden.”

Wie schrijft het gedicht?

“Tijdens de aftrap zal Marieke van Leeuwen de eerste vijf dichtregels aan de rol toevertrouwen. Dat gebeurt bij Juffrouw Pollewop op de kop van Voorstraat-West (481). De Dordtse dichters Esther de Beun en Jaime Quant zullen aansluitend op deze regels reageren en daarmee begint het gedicht in wording haar reis door de winkelstraat. Lokale dichters, winkelend publiek en toeristen kunnen op deze rol hun gedachten over het thema in rijmvorm verwoorden. Telkens reagerend op de regels van een ander ontstaat een lang gedicht, dat uiteindelijk vertelt hoe ‘de langste winkelstraat van Nederland’ wordt beleefd.

 

.