DORDRECHT – Chemours heeft dinsdag een persverklaring afgegeven over de uitstoot van GenX. Sinds juli doet het Dordtse chemiebedrijf aan de Baanhoekweg een test met het filteren van het restproduct dat bij het maken van GenX in het water vrijkomt. Door het gebruik van koolstofbedfilters lijkt de uitstoot in het water 75 procent minder te zijn dan de nieuwe vergunning het bedrijf toestaat.

Op 21 april besloot de Provincie Zuid-Holland de maximale toegestane uitstoot van het restproduct van GenX (PHS) in het water terug te brengen naar 2035 kilo per jaar. De luchtemissie van E1, eveneens een restproduct van GenX, moet Chemours in de nieuwe vergunning terugbrengen van 1200 kilogram naar 450. Tegen deze beslissing heeft het bedrijf beroep aangetekend bij de Voorzieningenrechtbank. De uitstoot via het water lijkt Chemours, door een koolstofbedfilter aan het einde van de pijplijn, vermoedelijk op jaarbasis te kunnen terugbrengen naar circa 500 kilo.

Restproduct
Woordvoerder Jeroen Bruning: “Sinds we met ons bedrijf in 2013 zijn overgestapt op de productie van GenX doen we onderzoek naar filteroplossingen. Tijdens het productieproces filteren we voortdurend om zo min mogelijk GenX in het afvalwater terecht te laten komen. Deze filtraten kunnen hergebruikt worden bij de productie. Dat wat er aan het einde van de pijplijn uitgaat, is niet bruikbaar voor terugwinning. De koolstofbedfilters die vol raken worden op een veilige, door de overheid opgelegde manier afgevoerd naar een industriële verbrandingsoven. Na verbranding blijft er gaan restproduct over.”

Dure methode
Volgens de woordvoerder is de einde-pijplijnfiltratie een dure methode. “Doordat de koolstoffilters die in vaten zitten niet hergebruikt kunnen worden als ze vol zijn, moet je ze steeds vervangen. Nu onderzoek aantoont hoeveel effect de filtratie aan het eind van de productie heeft, verwacht ik dat we eind van het jaar zullen besluiten om de filters definitief in gebruik te nemen.” Het thermisch ontledingsproduct E1 dat bij GenX productie in de lucht vrijkomt is volgens Chemours maximaal terug te brengen naar 600 kilogram per jaar in plaats van door de provincie opgelegde 450 kilogram.