DORDRECHT – Kimberley Turney (29) uit Dordrecht studeerde journalistiek, was werkzaam in de zorg en is nu startend journalist. Vanuit haar ‘zorgverleden’ besloot ze in gesprek te gaan met twee Dordtse zorgwerkers, Nadia (hoofdfoto) en Anne-Roos (foto onder), en hun ervaringen op te tekenen. “Ik wilde hen graag een platform geven na de afgelopen maanden, waarin Nederland even stilstond en de zorgwerkers zo keihard bleven werken.”

Passie en een enorme werkethiek. Dat heeft Nederland de vorige maanden gezien. Zorgmedewerkers die hun uiterste best deden om te zorgen voor de gezondheid van anderen. Twee verpleegkundigen die werkzaam zijn in Dordrecht vertellen over hun ervaringen. Anne-Roos werkt drie jaar als verpleegkundige op de revalidatieafdeling van Crabbehoven. Ze werkt in de verzorging en leidt stagiaires op. “Ik vind het tot nu toe het allerleukste wat er is.” Nadia werkt als kwaliteitsverpleegkundige in Dubbelmonde. Ze werkt in de zorg en bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden. “De rust keert nu weer een beetje terug”, zegt ze. Anne-Roos werkt op de revalidatieafdeling en zorgt samen met het team voor mensen die herstellen van bijvoorbeeld een amputatie, een herseninfarct of een nieuwe knie. De meeste cliënten zijn tussen de 60 en 90 jaar. In een uitzonderlijk geval komt er iemand binnen die jonger is. “Met het team onderzoeken we wat de patiënt aan ondersteuning nodig heeft en zorgen we ervoor dat deze zo snel mogelijk herstelt en naar huis kan.”

Nadia werkt sinds 2012 als verpleegkundige. “Wij van de jongere generatie zijn veel bezig met computers en leven in een digitaal tijdperk. Ik vind het grappig om te zien hoe dat in deze tijd en in ons woonzorgcentrum bij elkaar komt. Ouderen beeldbelden ook in deze periode veel met familie. Dat is voor hen echt heel vreemd. Ze snappen niet hoe het contact precies werkt. De wereld gaat nu in stroomversnelling. Het maakt extra indruk als je hun verhalen zelf kan horen.” Nadia vindt het goed om te zien hoe iedereen zijn werk in de ouderenzorg met hart en ziel doet. “Er is veel passie en overgave. Je ziet het met name door het plezier dat mensen hebben in het werk. Mijn collega’s klagen niet zo snel en zetten door.”

Elke werkdag ziet er anders uit, vertelt Anne-Roos. “We beginnen om 07.00 uur met het lezen van de overdracht. Daar staat in wat er de vorige dag en in de nacht is gebeurd. Samen verdelen we de taken en gaan we aan de slag met medicatie verdelen, mensen wassen en regeltaken.” Op de werkplek van Anne-Roos wordt gewerkt met verschillende disciplines. “Ik merk dat dat goed werkt op onze afdeling. Samen zien we snel eventuele problemen bij de patiënten en zorgen we ervoor dat zij door de juiste zorg weer veilig naar huis kunnen.”

Volgens Anne-Roos is de communicatie zeer belangrijk. “We hebben duidelijke werkafspraken en daar moet iedereen zich aan houden. Dat is iets waar altijd aan gewerkt kan worden. Het was fijn dat wij met elkaar konden reflecteren tijdens een dagevaluatie. Het is een pittige periode is geweest. De mensen die besmet werden, gingen naar een isolatieafdeling. Die afdeling werd dan afgesloten. Dat vond ik heftig. Ze kregen namelijk ook geen bezoek. Ik kon zelf weer naar huis, zij niet. Dat vond ik voor hen vervelend. Ook het werken met mondkapjes en een pak aan was anders. Het werk deed ik veel bedachtzamer.”

Nadia legt uit hoe besmette bewoners geholpen werden: “Wij hadden als zorgcentrum tijd nodig om de organisatie rond het virus goed te regelen. Dat ging uiteindelijk vrij vlot. We konden als team snel schakelen en er werden heel snel dingen in gang gezet. Mensen werden daarnaast snel geïnformeerd.” De verpleegkundige zou graag willen zien dat collega’s die werken in de uitvoering van de zorg meer inspraak zouden krijgen in het besturen van zorgorganisaties. ‘”Bij ons in de organisatie zijn we dat al aan het ontwikkelen en ik heb zelf best wat inspraak. Ik weet dat in elke beroepsgroep iedereen nu doorwerkt en overal mensen in de frontlinie staan. Wij als zorgwerkers staan altijd binnen de grens van anderhalve meter. Ik hoop dat er in het algemeen nog meer geluisterd gaat worden naar het personeel dat het écht doet.”

Nadia vertelt dat ze steun had aan het feit dat de collega’s het echt constant met elkaar hebben gedaan. “De teamleiders, zorgmedewerkers, facilitair medewerkers, de huishoudelijk medewerkers en de mensen die zorgden voor de activiteiten zijn allemaal meer naar elkaar toe gegroeid.” Anne-Roos: “Ik had veel steun aan familie, mijn man en de tuin in de afgelopen periode.” Op de afdelingen zag ze dat familieleden heel creatief werden in toch contact onderhouden. “We zagen veel bloemetjes, een klein dingetje of een leuke actie om de mensen een hart onder de riem steken. Daarnaast ben ik heel blij met goede verhalen: een meneer die bij ons heeft gelegen woont nu in een zorgcentrum. Hij is 96 en vertelde veel over de oorlog. Zijn vrouw lag tegelijkertijd in het ziekenhuis. Dat was heel spannend. We dachten dat hij afscheid van haar moest nemen. We deden echt ons best, zodat hij kon opknappen. Uiteindelijk zijn ze samen opgeknapt. Ik vind het heel mooi om te zien dat ze nu gezond zijn en samen zijn op deze leeftijd.”