DORDRECHT – Teekengenootschap Pictura bestaat 250 jaar en is nog springlevend. Dit feestjaar leest u hier wekelijks te over Picturianen van vroeger en nu en hun sporen in de stad en daarbuiten.

Drempelvrees

‘Toegang vrij’ staat er op de gevel van het Picturagebouw op de Voorstraat 190. Toch loop je niet gemakkelijk naar binnen. Alleen het statige bordes met zeven treden werpt al een drempel op. Die voelt waarschijnlijk nog veel hoger voor mensen die Pictura niet kennen. Jammer, die lopen iets bijzonders mis.

Pictura is bij het grote publiek veel minder bekend dan het Dordrechts Museum en Huis Van Gijn. Toch hoort het in dit rijtje van Dordtse cultuurparels thuis. En het is veel ouder. Met zijn 250 jaar is het zelfs de oudste nog werkende kunstenaarsvereniging van Nederland, in een prachtig pand. Op 1 oktober 1774 richtte de kunstenaar Abraham van Strij met drie vrienden Teekengenootschap Pictura op. Ze vonden dat tekenen de basis is van alle beeldende kunst. Door samen te oefenen wilden ze er beter in worden. Ze organiseerden ook tentoonstellingen en discussies over kunst. En daarnaast ging het om de gezelligheid, ‘zig uittespannen’ bij een potje zwart bier.

Honderden kunstenaars zijn lid geweest, naast tekenaars en schilders ook schrijvers, architecten en beeldhouwers. Onder hen bekende namen als J. C. Schotel, Willy Sluiter, Otto Dicke en Cees Buddingh’. Twaalf van de huidige 115 aangesloten kunstenaars hebben hun atelier op de bovenverdiepingen van het pand ‘Dit is in Oostenrijck’ (1561), waar Pictura sinds 1900 is gevestigd. Beneden is de grote tentoonstellingszaal.

Overal in de stad en ook daarbuiten vind je de sporen van Picturianen, van straatnamen als de Van Strijsingel tot de fontein bij het gesloopte Refajaziekenhuis van Hans Petri. Dit feestjaar trakteren we u, mede dankzij een bijdrage van de provincie Zuid-Holland, wekelijks op een smakelijke kunstkruimel uit de rijke geschiedenis van Pictura, misschien ook wel uit uw straat. Hopelijk neemt het ook de drempelvrees weg.

Het Picturapand op Voorstraat 190. (Foto: Regionaal Archief Dordrecht)