DORDRECHT – Ben Corino doet wekelijks voor Dordt Centraal verslag van de (politieke) actualiteit in Dordrecht en de Drechtsteden. Deze keer doet hij verslag van het Rampjaar 1672 en de aanloop daarnaar toe. In de  krant zelf zijn twee hinderlijke fouten in deze column geslopen. Willem II, waarover Ben schrijft, stierf niet in 1849 maar in 1650. Johan en Cornelis de Witt werden niet vermoord door één iemand maar door een menigte gelyncht. Hieronder de correcte versie.

De Republiek, want dat was Nederland, was in alle staten. Buitenlandse mogendheden zagen de kans schoon de Republiek binnen te vallen. Het leger was verzwakt door typische Hollandse bezuinigingsdrift op het leger. De roemruchtige Zeekrijgsmacht en daarbij de heerschappij over de wereldzeeën van de Republiek waren de  heersende monarchieën in de ons omringende landen al jaren een doorn in het oog. De Gouden Eeuw, die de Republiek voorspoed gebracht had liep ten einde. Nederland was verdeeld in Staatsgezinden ofwel Republikeinen en Prinsgezinden, die aanhangers waren van het Huis van Oranje.

De Oranjes waren een voorstander van een groot landleger om de positie te verstevigen, ongeacht het prijskaartje dat daar aan hing. De Staatsgezinden waren voorstanders van een sterke Zeemacht, die de wereldzeeën bevoer en de economie van de Republiek diende. Dat de welvaart niet ten goede kwam aan alle bevolkingslagen, was een ander verhaal. En dat gold ook voor de handelswijze van de VOC. Deze eerste multinational zouden we heden te dagen oorlogsmisdaden ten laste leggen.

Gespleten

Maar terug naar de controverse tussen de Staatsgezinden en de Prinsgezinden of te wel de Orangisten. Er heerste voor 1650 een gespleten stemming in het land. Stadhouder Willem II van Oranje vond het net als zijn vader allemaal maar niets: de halvering van het leger en het uitbouwen van de Zeemacht, die slechts de handelsbelangen van de Republiek moesten beschermen. Stadhouder Willem II was meer een aanhanger van het traditionele landmachtmodel en de monarchie.

Hij besloot tot een couppoging, die geschiedenis in is gegaan als de ‘Aanslag op Amsterdam’. Een aanslag die jammerlijk mislukte. Kort daarna (1650) overleed hij, nog voordat zijn zoontje, de latere Willem III was geboren. De Staten van de meeste gewesten besloten dat het genoeg was geweest met de Oranjes, als stadhouders. Zo begon de periode die wij kennen als het eerste Stadhouderloze Tijdperk en daarmee is internationaal een statement gemaakt.

Erfelijke macht

Er werd afstand genomen van de erfelijke macht die hoort bij een monarchie. Morrend voegden de Prinsgezinden zich in deze ontwikkeling. In 1653 werd de achtentwintigjarige Dordtenaar Johan de Witt Raadspensionaris van Holland. Een positie vergelijkbaar met die van een president of een premier in onze huidige tijd. Geen werkelijke macht, hij was altijd afhankelijk van anderen, maar door het slim te spelen met zijn netwerk wist hij het voor elkaar te krijgen dat hij de belangrijkste politicus van het land werd. Onder de Witt kende de Republiek economische voorspoed. Hiervoor werden op zee wel de nodige zeeslagen met onder ander de Engelsen uitgevochten, waaronder de beroemde tocht naar Chatham.

1672 – 2022

Terug naar Rampjaar 1672, het jaar dat de republiek alles tegen had. De verdeeldheid in het land was nog altijd groot en de Prinsgezinden zagen hun kans schoon om de Staatsgezinden, lees Johan de Witt, hier de schuld van te geven. Het volk liet zich middels pampfletten, de eigentijdse social media, ophitsen. De gebroeders Johan en Cornelis De Witt werden op 20 augustus 1672 door aanhangers van de Prinsgezinden vermoord in Den Haag.

350 jaar later ervaren we opnieuw de onmacht van de politiek. Worden maatregelen genomen die leiden tot grote verdeeldheid onder de bevolking zoals de stijging van energieprijzen met soms 150 procent, gebrek aan beschikbare sociale woningen, opstand van de boeren, bedreigingen van politici. Voor velen is 2022 het nieuwe rampjaar.