DORDRECHT – Ben Corino doet wekelijks verslag van de politieke actualiteiten in Dordrecht en de Drechtsteden. Deze week hoorde hij de discussie aan in de Dordtse gemeenteraadscommissie over het wel of niet bewapenen van handhavers.

In de gemeenteraadscommissie werd afgelopen week gesproken over het bewapenen van handhavers in Dordrecht. Nu is deze discussie geen exclusieve aangelegenheid voor Dordrecht. De boa’s hebben het niet altijd gemakkelijk. We kennen de berichten wel van medeburgers met een te kort lontje. Met verbaal en soms fysiek geweld jegens de handhavende boa. Bedreigende situaties, waarin de handhavende man of vrouw soms geen kant op kan. Behoudens snelle gympen en hun mond hebben ze geen middelen om in te zetten. Behalve een stel handboeien en een noodknop. Het was wat de Dordtse journalist/schrijver Frits Baarda ooit schreef: ‘het enige wapen van de Stadswacht is de mond’. En dat is nog steeds zo.

Melkertbanen

Maar tijden veranderen. Dordrecht, oudste stad van Holland, de stad van de Dordtse Synode en de eerste Vrije Staten Vergadering, was ook de eerste stad die in 1989 de Stadswacht leven inblies, met de mond als enige wapen. Het Dordtse initiatief kreeg landelijk navolging. Aanvankelijk had het project het karakter van een werkelozenproject, als opstapje naar een nieuwe vaste baan. Het was de periode van de Melkertbanen. Er bestond in de stad de nodige scepsis over de invoering van de Stadswacht. De bevolking zag het als een soort kruising van een padvinder en een politieman. Maar dan zonder status en gezag. Maar tijden veranderen. Het blauw op straat maakte een terugtrekkende beweging en de Stadswacht transformeerde tot wat wij nu kennen: de toezichthouder-handhaver-boa. Van geen gezag naar een beetje gezag met status? Daar verschillen de meningen over, maar toch: de waardering en sympathie voor het werk is in de loop der jaren, en terecht, toegenomen.

Privaat

Het moet ook worden gezegd dat in de loop der jaren de organisatie achter de Stadswacht zich ontwikkelde tot een professionele. Een professionele, maar private onderneming. Was het bij de start een gemeentelijk initiatief, tegenwoordig huurt men de handhavers in of om een mooi eigentijds begrip te hanteren: ze worden gedetacheerd. De aansturing ervan ligt bij de gemeente. Het is ook daarom dat de commissie zich buigt over het bewapeningsvraagstuk. Burgemeester Kolff verwoordde het zo: “Het zijn onze mensen, dus we moeten goed voor hun veiligheid zorgen.”

Worsteling

VVD-er Marc Merx, zelf oud-politieman, staat vierkant achter de gedachte om de handhavers te voor zien van bewapening om zichzelf te kunnen verdedigen. We hebben het hier over pepperspray en de korte wapenstok. Ook BVD, bij monde van Willem Wringer, schaart zich achter de bewapening. Veldman van CU/SGP plaatste er kritische kanttekeningen bij. De handhaver is geen politieman die ervoor is opgeleid om met wapens om te gaan en deze op de juiste wijze toe te passen. Willen we deze weg nu echt wel inslaan? De CU/SGP in ieder geval niet. Ook GroenLinks kan zich niet in de bewapening van de boa vinden. Het CDA en de PvdA worstelen eveneens met de private status, maar willen natuurlijk niet dat de boa in een onveilige situatie terecht komt.

Meer blauw

De veiligheid en status en het gezag van de boa’s is waar de politiek zelf verantwoordelijk voor is. Die heeft ooit in 1989 de keuze gemaakt om naast de politie het fenomeen Stadswacht in het leven te roepen. Misschien moeten de boa’s maar gewoon politieman of -vrouw worden met de daarbij behorende bevoegdheden. Dan is er ook weer meer blauw op straat en zijn we van deze discussie af.