Ben Corino doet verslag vanuit de lokale en regionale politiek:

In navolging van Rotterdam stemde de Dordtse gemeenteraad voor verkoop van haar Eneco-aandelen. Ook buurgemeente Zwijndrecht gaat voor het cashen van deze aandelen.

In de raadsvergadering bleef het lang onduidelijk wat de uitkomst zou gaan worden. Van de 53 gemeenten die aandelen Eneco in hun bezit hebben hadden twee van de drie grootaandeelhouders Den Haag en Rotterdam al een besluit genomen. Den Haag besloot om de aandelen te houden, Rotterdam besloot voor verkoop ervan. En gisteravond volgde na een lange beraadslaging Dordrecht.

De tegenstanders van de verkoop beriepen zich op het groene en duurzame karakter van Eneco en de historie waarin het voormalige Gemeentelijke Energie Bedrijf vanouds in handen van de overheid was. Ook werd er waarde gehecht om als aandeelhouder zeggenschap te behouden op het beleid van Eneco. Maar deze illusionaire vervalsing van de realiteit werd door de wethouder Financiën, Jasper Mos, doorgeprikt. Niet de gemeentelijke aandeelhouders maar de Raad van Commissarissen sturen het beleid van Eneco. Bovendien lag er de principevraag of gemeenten aandeelhouder moeten willen zijn.

De angst dat verkoop van het bedrijf gevolgen voor de werkgelegenheid kan hebben, zoals de PvdA opperde vond het merendeel van de raad niet doorslaggevend.
Bert Staat van de CU/SGP stelde dat bij verkoop de jaarlijkse dividend, 3 à 4 miljoen euro, die als een vaste waarde in de begroting is opgenomen bij verkoop komt te vervallen. Daarentegen komt er wel, door verkoop eenmalig een bedrag binnen van vermoedelijk 250 miljoen euro binnen. Hij wilde duidelijkheid hoe er met deze opbrengst zal worden omgegaan. Die duidelijkheid kon Mos nog niet bieden.

Het was bij de stemming de stem van Beter voor Dordt die de doorslag gaf waardoor de raad met 25 stemmen voor en 13 tegen in principe akkoord ging met de afbouw Dordtse Eneco aandelen. In principe dan want rond mei volgend jaar moet er door het nieuwe College en gemeenteraad een definitief akkoord worden gegeven wanneer er meer duidelijkheid bestaat over de verdere afwikkeling van de verkoopopbrengst.