DORDRECHT – Het hele jaar door wordt door vrijwilligers toegewerkt naar die ene dag: Rommeldam. De 49e editie vindt op zaterdag 1 juni traditiegetrouw weer plaats op het plein voor kerk De Wijnstok in Dubbeldam, waar dit allemaal voor wordt georganiseerd. (Archieffoto en video: Stolk Fotografie)
Aan de achterkant van De Wijnstok aan de Dubbelsteynlaan West is een grote opslagruimte vol met spullen voor Rommeldam. Er is weer enorm veel ‘handel’ ingezameld. Vrijwilligers zorgen dat het allemaal wordt uitgezocht en overzichtelijk wordt gepresenteerd. “Alles wordt gesorteerd, zodat het straks op een gestructureerde manier naar de kraam kan worden gebracht voor de verkoop”, zegt Ger van Dongen van de organisatie.
Geoliede machine
In Dubbeldam leeft Rommeldam het hele jaar door. “Soms worden we benaderd door nabestaanden van een overleden kerklid”, vertelt Van Dongen. “Dan helpen we bij het leeghalen van een woning door de spullen mee te nemen die geschikt zijn voor Rommeldam. Ook halen we spullen op bij mensen die daarvoor een afspraak hebben gemaakt. Door de jaren heen loopt alles inmiddels als een geoliede machine. Zo rijdt zaterdag 25 mei de ophaalkaravaan met tien aanhangwagens door Dubbeldam om bruikbare spullen op te halen. In de week voorafgaand aan Rommeldam zijn we van maandag tot en met vrijdag aan het werk. Op vrijdagmiddag wordt alles naar het plein uitgereden en gaan vrijwilligers de kramen inrichten: glaswerk bij glaswerk, verlichting bij verlichting, boeken, aardewerk en noem maar op. De groep bestaat uit 250 mensen. ’s Avonds en ’s nachts is er beveiliging op het plein. Klokslag half negen, te horen op de kerkklok, gaan de hekken open en stromen de mensen binnen.”
Ruim zestig kramen
Bezoekers kunnen komende zaterdag weer snuffelen langs ruim zestig kramen vol boeken, muziek, kleding, speelgoed, fietsen, curiosa en nog veel meer. Op het plein voor De Oude School staan veel meubelen gesorteerd. Ook staan er fietsen, grasmaaiers en gereedschappen. Wie trek krijgt hoeft niets te kort te komen. Er zijn kramen met dranken, koek, snoep, oliebollen, poffertjes, ijs en broodjes. En er is ook vertier in de vorm van een rad van avontuur, schminken en een grabbelton. Om 11.00 uur begint een antiekveiling. “Klokslag half vijf stoppen we ermee”, zegt Van Dongen. “Zodra de laatste bezoeker het plein verlaat, worden alle spullen die over zijn gesorteerd bij elkaar gelegd en afgevoerd naar het grofvuil. Daarna is alles weg en de opslagruimte helemaal leeg. Overigens duurt dat niet lang, want kort daarna meldt zich weer de eerste met spullen voor de volgende Rommeldam.”
Vanaf het eerste uur
Arjo Stam is vrijwilliger van het eerste uur. Samen met zijn broer Hans, voorzitter van Rommeldam, is hij al bijna vijftig jaar betrokken. “Het kwam door onze vader”, zegt Arjo. “Wij hadden een aannemersbedrijf en via de kerk werd hem gevraagd om te helpen bij het transport van meubels. Mijn vader charterde vervoer en zei tegen Hans en mij: ‘hup jongens, ga eens helpen’. Vanaf dat moment deden we volop mee. Volgend jaar is een jubileumjaar, want dan vindt de vijftigste editie plaats. Over de invulling van die bijzondere dag wordt in klein comité al volop nagedacht.” Dit jaar kan Arjo niet zo goed meehelpen als anders, omdat hij onlangs een knieoperatie onderging. Toch is hij zijdelings van de partij: “Ik loop dan wel even moeilijk, maar praten lukt nog steeds prima en dus heb ik de telefoon. Ik noteer adressen en zorg dat er spullen worden opgehaald. Door de jaren heen zijn er wel een aantal dingen veranderd. Zo heten we Rommeldam, maar van rommel is nu een stuk minder sprake, omdat we niet alles meer innemen. Deels komt dat doordat de interesse van mensen door de tijd is veranderd.” Ieder jaar na Rommeldam is er een afsluitavond voor de tweehonderdvijftig vrijwilligers. “Ik vind het bijzonder en mooi dat onder die vrijwilligers ook veel niet-kerkelijke mensen zijn. Op zo’n avond is iedereen benieuwd hoeveel geld het voor de kerk heeft opgeleverd. Het evenement heeft een verbindende factor en dat voel ik ook zo. Ik doe dit voor de gezelligheid én voor de kerk.”
