DORDRECHT – Een paar weken geleden ontvingen de medewerkers van de afdeling Radiologie van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht een bijzondere hulpvraag. Eén waar ze maar al te graag aan mee werkten. En zo was het maandagmiddag volle bak in de ruimte waar de CT-scan staat. Medewerkers van het Dordrechts Museum brachten een aparte ‘patiënt’ mee, of beter gezegd: heel oude delen van hem. Het betrof de schedel en het bekken van een man uit de late Middeleeuwen, die in 2009 op het Gezondheidspark tegenover het ziekenhuis door archeologen was opgegraven. Dat wees eerder onderzoek al uit. Net als dat een speer ooit zijn bekken doorboorde. Maar of die speerpunt nog in het bot zat? Dat wilden de medewerkers van het Dordrechts Museum, waar het bot in het archief ligt opgeslagen, maar al te graag weten.

Vandaar het verzoek of het door de scanner mocht. “Ze zagen op de beelden direct al iets van metaal oplichten”, vertelt een voorlichtster van het ziekenhuis. “Het was een bevestiging van het vermoeden dat er was.” Het was overigens niet voor het eerst dat het Dordrechts Museum de afdeling Radiologie om hulp vroeg. “In 2015 is voor onderzoek een heel oude blokfluit, ook uit de Middeleeuwen, door de scanner gegaan. Dat er nu menselijke resten, bekken en schedel, werden meegenomen was voor iedereen wel heel bijzonder.” De nieuwe informatie is een mooie aanvulling op de tentoonstelling Strijd in Graventijd in het Archeologiehuis in Alphen aan den Rijn, waar het bekken vanaf eind april te zien is. Net als de 3D-reconstructie op papier die de medewerkers van Radiologie maken aan de hand van de CT-beelden. “Waar ze nu mee bezig zijn.” Dat komt op de tentoonstelling naast het bekken te hangen. Tot slot nog een leuk feitje: de Middeleeuwse man overleed niet direct aan de verwondingen die hij opliep door de speer. De CT-scan liet ook zien dat het bot rondom de speerinslag weer is gaan groeien.