DORDRECHT – Sinds 2013 worden er in Dordrecht elk jaar twee splinters van het Kruishout van Christus in processie van de Grote Kerk naar de Antoniuskerk gebracht. Komende zondagmiddag trekt deze opvallende stoet weer door de binnenstad. Henk Mesman sprak met priester Sander Verschuur, deken Han Kuipers en lector Jan van der Laan en tekende het verhaal erachter op. (Foto’s: Stolk Fotografie)

In de 5e eeuw na Christus vertrokken de Romeinen geleidelijk uit onze streken. In de duizend jaar die daarop volgden, kreeg de leer van Jezus Christus in Europa vaste grond onder de voeten. Er was in die tijd nog geen verdeeldheid onder de christenen. Er was slechts één universeel christelijk geloof. Universeel betekent in het Grieks ‘katholikos’. Dit is verbasterd tot ‘katholiek’.

Heilig Hout

In onze stad is waarschijnlijk begin 12e eeuw een kleine tufstenen kapel gebouwd. Op deze plaats is men eind 13e eeuw begonnen met het bouwen van de ‘Onze-Lieve-Vrouwekerk’, ook wel Grote Kerk. In 1367 werd deze kerk tot kapittelkerk gepromoveerd. Aan het begin van de 15e eeuw schonk een Brugse burger genaamd Claes Scoutet twee houten splinters aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Naar zijn zeggen waren deze splinters afkomstig van het kruis waaraan Jezus was gestorven. Scoutet had deze splinters kunnen bemachtigen omdat hij contacten had in landen uit het Nabije Oosten. In 1431 werden de splinters onderzocht door Zweder van Kuilenburg, bisschop van Utrecht. Hij stelde de splinters bloot aan vuur, het hout vatte geen vlam. Daarna dompelde hij ze onder in een bak met water, het hout bleek geen drijfvermogen te hebben. Dat de splinters van het kruis van Jezus waren, achtte men hiermee onomstotelijk bewezen.

Cultus

Op 28 juni 1457 brak er een brand uit in de Kleine Spuistraat. De omliggende houten huizen vatten vlam. De brand duurde vijf dagen en legde zeshonderd huizen in de as. Bij deze stadsbrand werd de Onze-Lieve-Vrouwekerk zwaar beschadigd. De splinters werden ongeschonden in de puinhopen van de kerk teruggevonden! Voor de toenmalige mens was dit opnieuw een bewijs dat deze twee splinters goddelijk waren, en vrijwel zeker afkomstig van het kruis. Het verhaal over dit wonder verspreidde zich over Europa en trok honderdduizenden belangstellenden aan. Op 29 juni werd jaarlijks de marteldood van Petrus en Paulus herdacht. Vanaf 1458 vindt de zondag na deze herdenking een processie plaats waarin het Heilig Hout in een reliekhouder wordt meegevoerd. De twee splinters vormen een kruis in de reliekhouder. Gelovigen konden, tegen betaling, het Heilig Hout van zeer dichtbij aanschouwen. Dit Godswonder kwam het toenmalige kerkbestuur natuurlijk goed uit. De herbouw van de Onze-Lieve-Vrouwekerk kon voor een belangrijk deel worden gefinancierd met de inkomsten rondom de cultus die was ontstaan. Na vier jaar was de schade vrijwel hersteld en werd een bronzen gedenkplaat bevestigd op één van de pilaren van het middenschip. De tekst  op de plaat verwijst naar de stadsbrand en het Heilig Hout.

Beeldenstorm

Op 25 juni 1572 bezetten de Watergeuzen Dordrecht. Veel katholieken ontvluchtten de stad. Men vreesde dat de Onze-Lieve-Vrouwekerk geplunderd zou worden door de protestantsgezinde aanhangers van de Watergeuzen. Alle waardevolle bezittingen van de katholieke gemeenschap werden verborgen. Zo ook het Heilig Hout en de gedenkplaat. Na de reformatie kreeg de Grote Kerk een protestantse signatuur. In de daaropvolgende twee eeuwen kwam er een voorzichtige toenadering tussen katholieken en protestanten opgang. Na de Franse tijd veranderden de maatschappelijke verhoudingen in ons land volledig. De katholieken, voorheen tweederangsburgers, werden gelijkgeschakeld met de protestanten. Enkele katholieke kerken die door de protestanten tijdens de reformatie in beslag waren genomen, werden teruggegeven aan de katholieken. Maar de Dordtse Grote Kerk werd niet teruggegeven. Dit was en bleef een protestantse kerk, tot op de dag van vandaag. In 1853 werd Nederland weer een katholieke kerkprovincie, geleid door de paus. Officieel mochten de katholieken toen pas nieuwe kerken bouwen. Maar reeds in 1826 verscheen de Bonifatiuskerk in de Wijnstraat en iets later, in 1843, de Oud-katholieke Kerk  aan de Voorstraat. Beide kerken werden gebouwd op plaatsen waar de katholieken na de reformatie in het geheim hun eucharistievieringen hielden.

Terugkeer relieken

De gedenkplaat werd teruggevonden in de Oud-Katholieke Kerk. Deze plaat werd in 1905 teruggebracht naar de Grote Kerk en bevestigd op dezelfde plek waar deze zat vóór de Beeldenstorm. Het Heilig Hout werd aangetroffen in een klooster in het Belgische Hekelgem. Terug naar de nu protestantse Grote Kerk was voor katholieke begrippen onaanvaardbaar. Het Heilig Hout vond uiteindelijk in de katholieke O.L. Vrouwekerk aan de Brouwersdijk een onderkomen. Deze kerk is echter afgebroken in 2004. Het Heilig Hout is toen verplaatst naar de in 1920 gestichte Antoniuskerk.

Processie

De Antoniuskerk heeft in 2013 besloten om de Heilig Hout processie uit de middeleeuwen nieuw leven in te blazen. Voor deze speciale gelegenheid wordt het Heilig Hout vanuit de Antoniuskerk naar de Grote Kerk overgebracht, waar het oorspronkelijk thuis hoorde. Op zondag 30 juni om 14.45 uur is er een korte oecumenische gebedsdienst in de Grote Kerk. Daarna start de optocht door de binnenstad. Deze gaat langs de Trinitatiskapel en de Wilhelminakerk, om te eindigen bij de Antoniuskerk. Iedereen is van harte uitgenodigd bij dit kleurrijke gebeuren.

 

Op de hoofdfoto: V.l.n.r. Priester Sander Verschuur, deken Han Kuipers en lector Jan van der Laan. In het midden van het kruis zit de reliekhouder. Onder: In de reliekhouder vormen de splinters een kruisje.