Kinderen die door de huisarts acuut naar het Albert Schweitzer ziekenhuis worden verwezen maar niet heel ernstig ziek zijn, kunnen voortaan worden opgevangen op een speciale Kinderspoedpoli.Deze kamer bevindt zich op de afdeling Spoedeisende Hulp/Observatorium, maar wordt bemand door doktersassistentes van de polikliniek Kindergeneeskunde. De artsen en verpleegkundigen van de Spoedeisende Hulp kunnen hun aandacht zo beter richten op patiënten die er ernstiger aan toe zijn.(Foto: Frederike Slieker
Door de nieuwe aanpak blijven kinderen met mildere acute klachten buiten de hectiek van de Spoedeisende Hulp).

De Kinderspoedpoli is als pilot op 3 februari van start gegaan en is op werkdagen geopend van twee tot negen uur, de periode waarin de meeste zieke kinderen op de Spoedeisende Hulp instromen. “Niet allemaal hebben zij even intensief hulp nodig”, vertelt afdelingshoofd van de polikliniek Kindergeneeskunde Michaela Snijders. “Kinderen die stabiel zijn en die naar verwachting niet snel achteruit zullen gaan, mogen naar de spoedpoli. Deze afweging wordt gemaakt door de huisarts en de kinderarts samen, op het moment dat de huisarts belt om de komst van het kind aan te kondigen.” Het gaat om kinderen met bijvoorbeeld griep- of zware verkoudheidsklachten, buikgriep of aanhoudende koorts en geelziende baby’s.

Snijders: “Bij aankomst op de Spoedeisende Hulp kunnen de kinderen direct door naar de nieuwe poli. Dertien doktersassistentes hebben de afgelopen tijd een opfriscursus gekregen voor handelingen die zij op de reguliere poli niet vaak uitvoerden, zoals controleren, observeren, vernevelen. Ook liepen ze diensten mee op de Spoedeisende Hulp. Zij staan tijdens hun nieuwe taak in contact met de dienstdoende kinderarts over hun bevindingen en over de te volgen aanpak.” Op de Kinderspoedpoli werkt steeds één doktersassistente. Er kunnen twee kinderen tegelijk worden behandeld.

“Vanuit de Spoedeisende Hulp zijn wij altijd in de buurt”, zegt SEH-verpleegkundige Hanita van Wijgerden, die vanuit haar afdeling bij de pilot betrokken is. “Gedurende de pilot zal bij binnenkomst van het patiëntje een SEH-verpleegkundige mee beoordelen of de keuze voor de Kinderspoedpoli inderdaad de juiste is. Het kind kan in de tussentijd immers ook zieker zijn geworden. Doordat de poli op onze afdeling is gevestigd, zijn wij steeds beschikbaar voor eventuele assistentie. Maar zolang alles normaal verloopt, spelen we geen rol. Dat is voor de kinderen, voor onze andere patiënten en voor onszelf gunstiger, gezien de grote drukte die vaak heerst op de Spoedeisende Hulp.”

De doktersassistentes coördineren de behandeling, de instructies aan de ouders, ontslag naar huis, vervolgafspraken of opname in de kliniek. Snijders: “Doordat er meer tijd is om bijvoorbeeld uitgebreide uitleg over inhalatietechnieken te geven, kunnen mogelijk zelfs opnames in de kliniek voorkomen worden.” Hoeveel kinderen gebruik zullen maken van de poli, moet de praktijk uitwijzen. De proef duurt een halfjaar en als deze succesvol blijkt, wordt de werkwijze structureel ingevoerd.