DORDRECHT – Vereniging Oud-Dordrecht organiseerde eind november in het Dolhuis een avond, waarop de ontwikkeling van de jongerencultuur in de sixties en seventies werd geschetst. We waren erbij voor een verslag in de Plusser, de ‘zestigpluskrant’ van Dordt Centraal. (Hoofdfoto: Archief Peter Nuijten)

Het uitgaansleven van tieners en twintigers veranderde ingrijpend in de jaren zestig en zeventig. Of eigenlijk: het veranderde van niet-bestaand in zeer levendig. Ook in Dordrecht. In de jaren vijftig bleef het vermaak beperkt tot een saai en verstikkend cultuuraanbod (denk: varieté en klucht) en avondjes in verzuilde clubhuizen en wijkgebouwen. In 1956 viel er een bommetje toen de Amerikaanse muziekfilm Rock Around the Clock ook in Dordrecht werd gedraaid. Na afloop dansten de jonge bezoekers van bioscoop Luxor op de Visstraat en het Bagijnhof. De burgemeester was in shock en volwassenen spraken er schande van. Maar de beer was los en niet meer in zijn kooi te krijgen.

Americain, jaren 60 (Regionaal Archief Dordrecht)

Americain

Het Dolhuis, in die dagen Dolhuys, was geen willekeurig gekozen locatie. Het was één van de Dordtse ‘poelen van verderf’ waar de Dordtse jeugd in de jaren zestig naar bandjes gingen kijken en luisteren. Maar daar ging eerst nog een fase aan vooraf, vertelde Peter Nuijten tijdens een minilezing. “Aangejaagd voor de film met Bill Haley en de rock ’n roll die ze hoorden op Radio Luxemburg wilde de jeugd dansen op deze muziek.” Die gelegenheid boden de hervormde stichting De Mussen op een zolderzaal in het Hof. Het kon ook bij de dansschool van ‘Ome’ Jan van der Teen en in de Blauwe Zaal van Americain op de Groenmarkt. “Het dansen bij de band was in opmars”, blikt Nuijten terug. Hij was zelf in die jaren gitarist in één van die bands, The Moving Strings. Het is begin jaren zestig, de jeugd heeft een leefstijl gevonden met eigen muziek en stijl (suikerspin, vetkuif, petticoat, blue suede shoes), waarmee ze zich af kan zetten tegen hun ouders en andere gezagsdragers, die veelal gruwelen van wat ze zien. “In Americain waren er nog balleiders, volwassenen die toezicht hielden op het verloop van de avonden, maar al snel gingen wij onze eigen avonden organiseren in de kleine zaal van Kunstmin. Deze avonden waren een groot succes met vierhonderd vaste bezoekers per keer. In ’64 gaat het mis als er wat opstootjes ontstaan in de foyer van de schouwburg.” Wethouder Meurs geeft de organisatie nog een kans, maar ook de invoering van een legitimatiesysteem voorkomt niet dat er vaker vechtpartijtjes en onrust ontstaan.

The Zipps in de Busremise in 1966. (Foto: Archief Peter Nuijten)

Beatles en Stones

Het is het einde van een tijdperk. En het begin van een nieuw: Radio Veronica zendt zijn eerste Top 40 uit in januari 1965. Die weerspiegelt dat ook op muziekgebied een nieuw tijdperk is aangebroken. Op 1 staat I Feel Fine van The Beatles, die ook met twee andere nummers in de lijst staan. The Rolling Stones staan er ook twee keer in. Deze beatbands vinden in het land navolging. In de jaren vijftig waren het in Dordrecht al de Indorockbandjes die de rock ‘roll omarmden. In de jaren zestig schoten de bandjes als paddenstoelen uit de grond. Tegelijkertijd ontstaat een nieuw soort clubhuizen waar deze beatmuziek wordt gedraaid: de beatclubs. Peter Nuijten en John Noce Santoro besluiten ook in Dordrecht zo’n feestruimte te zoeken. Ze vinden die op de plek, waar Nuijten bijna zestig jaar later zijn lezing staat te houden en John Noce Santoro het originele vinyl nog eens op de draaitafel legt: inderdaad, het Dolhuis. De Hill Billie Soos is geboren. Er komt ook een huisband, als beide heren Philip Elzerman van de Beattown Skifflers benadert. The Zipps worden opgericht. Het ruikt naar wierook, er declameren dichters. “Het dansen bij de band was veranderd in het praten bij de plaat en al snel ontstaan er meer van dit soort sozen, zoals De Sleutel op de Groenmarkt en later La Douche. Het is de afsluiting van ‘de nette periode’.”

Prairiefeest van jongerensociëteit Sprankje Groen in de open lucht in een weide van Jeugddorp nabij de Middelweg. De Ramshackle Stringband speelde countrymuziek. 30 augustus 1974. (Foto: Henk Veenstra/Regionaal Archief Dordrecht)

Shiva

Jaap Goedhart was door Oud-Dordrecht uitgenodigd om het goedgevulde Dolhuis te vertellen wat er daarna gebeurde met het Dordtse uitgaansleven. Hij was bestuurslid van de Dordtse Jazz Sociëteit, tegenwoordig Muziekpodium DJS, en betrokken bij de diverse open jongerencentra in de jaren ‘60 en ’70. “In de jaren vijftig was Dordrecht verre van een bruisende stad”, begint hij zijn betoog. “Er was één terras, bij Centreville, in de schouwburg kon je naar de revue en ander burgerlijk amusement, in de bioscoop draaiden zoete films. Er was weinig jongerencultuur. Je had wel de nozems (‘Nederlands Onderdaan Zonder Enig Moraal’) die met hun buikschuivers samenkwamen bij snackbars. En we hadden de Dordtse Elvis, miljonair, pornograaf en crimineel Joop Wilhelmus, die uiteindelijk dood uit een Dordtse haven werd gevist. De nozems waren nihilistisch. Dat veranderde sterk met de opkomst van een idealistische jongerencultuur aan het eind van de jaren zestig. De hippiebeweging komt op. Flower power. Het zijn roerige jaren. In deze periode zijn verschillende plekken in Dordrecht in opkomst als uitgaans- en ontmoetingsplek voor en door jongeren, non-profit, vaak gesubsidieerd en draaiend op vrijwilligers.” Goedhart was zelf betrokken bij de oprichting van Shiva, later Sprankje Groen op de Voorstraat. Een plek voor vrije geesten, zoals Paradiso in Amsterdam. Een plek waar alles mocht en kon, volgens de verhalen. Een Sodom en Gomorra, volgens anderen. Dat viel wel mee, volgens Goedhart. “Het was vooral hangen in hippiekleding, theedrinken en blowen. We waren vooral idealisten die de maatschappij wilden veranderen. Tegen het establishment en tegen het klootjesvolk.” De intrede van de harddrugs luiden begin jaren zeventig het begin van het einde in. “Een aantal OD’s onder bezoekers zorgen er uiteindelijk in 1975 voor dat het moest stoppen. In het pand kwam daarna filmclub Het Spuigat.”

Yin

Een stuk braver gaat het er aan toe bij gereformeerde sociëteit/zoldertheater Yin op het Grotekerksplein. “Er komt een braaf publiek en er is een klein podium, waar vooral kleinkunst op wordt geprogrammeerd. Het is wel een geliefde plek voor try-outs, dus ze weten wel grote namen te strikken: Neerlands Hoop, Jules de Corte, Ivo de Wijs, Youp van ‘t Hek, Doe Maar. Yin stopt in 1977.” Een andere sociëteit die eind jaren zestig ontstaat, maar wel een blijvertje blijkt is Bibelot. Opgericht als katholieke jongerenclub in de Verrezen Christuskerk in Crabbehof, via de Steegoversloot, roemruchte jaren in de Bonifatiuskerk is het nu uitgegroeid tot een gerenommeerd poppodium in het Energiehuis. Uitgaan kan in die jaren op bij ‘de jazzsoos’. DJS, in 1948 opgericht door jazzmuzikant Henk van Buul, heeft dan nog niet de zeer brede muziekprogrammering van nu. Ook free jazz (wat volgens de programmeurs nachtclubsfeertje.

Jaap Goedhart.

Bijzonder tijdperk

In het Dolhuis hing op deze Oud-Dordrecht-avond een prima sfeertje. Geen wierook en wiet, wel een biertje en mooie herinneringen. Vintagewinkel Found by Me had voor passende ‘decorstukken’ (hippiekleding) gezorgd en er was muziek van Marianne Nobel (die in ’67 haar eerste single Mother uitbracht) in duet met haar dochter Menke en van de drie eerdergenoemde Zipps. Er hangt het gevoel getuige te zijn geweest van een bijzonder tijdperk. Een tijd waarin jongeren hun eigen uitgaanscultuur ontwikkelden. En een tijd waarin muziek werd geboren die volgens velen nog steeds niet overtroffen is.

Dit verhaal verscheen de Plusser van december. De uitgave van Dordt Centraal is gratis af te halen op tachtig locaties in de regio en is hier digitaal terug te lezen.