DORDRECHT – De dokter behandelt, de verpleegkundige verpleegt. Zo was het strikt verdeeld. Maar verpleegkundig specialisten zijn bezig met een onstuitbare opmars. Zij zijn een beetje van allebei. In het Albert Schweitzer ziekenhuis werken er al achttien, in uiteenlopende specialismen. Dit biedt niet alleen een meerwaarde voor de patiënt, het verlicht ook de druk op het zorgsysteem. (Foto: ASz)

Een verpleegkundig specialist is minimaal hbo-verpleegkundige en heeft doorgeleerd om sommige artsentaken zelfstandig te vervullen. Denk aan diagnose stellen, behandelplan maken, medicijnen voorschrijven of medische verrichtingen uitvoeren. Hun verpleegkundige kennis en ervaring behouden ze natuurlijk óók. Deze combinatie maakt het beroep inmiddels onmisbaar binnen het ziekenhuis.

Medische én sociale blik
Thirza Plomp is in het ASz verpleegkundig specialist maag-darm-leverziekten bij kinderen. Zij behandelt kinderen met buikproblemen, zoals darmontstekingen, chronische buikpijn en ernstige obstipatie. “Mijn kracht is dat ik met een medische én sociale blik naar het kind kijk en tegelijk naar het gezonde functioneren van het gezin eromheen. Ik leer kinderen zo wat er in hun buik gebeurt en hoe ze daarmee kunnen omgaan. De ouders geef ik geruststelling en handvatten, want de invloed van de ziekte van het kind op het dagelijkse leven is vaak groot.” Een kinderarts werkt vooral medisch georiënteerd en heeft minder tijd voor de bredere benadering. Vroeger konden gezinnen daardoor langdurig in de knel komen, of ze gingen ‘shoppen’ naar een oplossing. “Als verpleegkundig specialisten dragen wij nu bij aan het eerder kunnen bieden van de juiste zorg, op de juiste plek. Waardevol, zeker in een tijd van stijgende vraag en schaarste aan zorgverleners.”

Zelfstandige positie
Medisch specialisten krijgen dankzij verpleegkundig specialisten extra ruimte voor hun complexere taken. Maikel Hustinx, verpleegkundig specialist neonatologie, vindt dat het ASz dit slim toepast. “Wij hebben een volwaardige positie en gaan als hoofdbehandelaar te werk op ons vakgebied. In complexe situaties overleggen we met de artsen, zoals zij dat onderling ook doen.” Medisch specialisten in opleiding kunnen in het ASz zelfs leerzame supervisie krijgen van verpleegkundig specialisten. Maikel werkt zowel poliklinisch als klinisch en acuut. Hij heeft onder meer de zorg over vroeggeboren baby’s en baby’s op de kraamafdeling die ziek zijn. Ook verzorgt hij acute opvang van baby’s op de verloskamer en op de operatiekamer bij keizersnedes. “Mijn praktische kennis en ervaring over bijvoorbeeld voeding, onrust of groei, kan ik vaak inzetten bij medische keuzes. En ik merk dat ik als verpleegkundige laagdrempelig aan ouders kan uitleggen wat er aan de hand is, of wat we gaan doen.”

Dit wilde ik óók!
Patiënten die wegens een darmtumor geopereerd moeten worden, krijgen hoofdzakelijk te maken met verpleegkundig specialist chirurgie Rowan van Gerven. Zij doorloopt met hen het complete traject, waarin uitslagen, de voorbereiding op de operatie en controles achteraf worden besproken. “Met de patiënt praat ik over de lichamelijke én de persoonlijke situatie: hoe is het thuis, wat is er na de operatie nodig aan ondersteuning, wat betekent voor deze persoon kwaliteit van leven? Daarbij spreek ik met name mijn verpleegkundige kant aan. Die helpt me om te zien wat een patiënt zelf kan of wil.” Rowan vraagt eventueel aanvullende onderzoeken aan, bespreekt de patiënt in het multidisciplinair overleg en presenteert voor de operatie een compleet dossier aan de chirurg. Die laatste ziet de patiënt maar even. Het is Rowan die voor en na de ingreep vraagbaak is voor patiënt en naasten en die samen met hen belangrijke keuzes maakt. Veel verpleegkundig specialisten groeien in hun functie, maar bij Rowan was het omgekeerd: zij ging verpleegkunde studeren met als doel verpleegkundig specialist te worden. “Bij de ziekte van mijn moeder heb ik gezien hoeveel meerwaarde deze rol heeft. Ik wist: dit wil ik óók worden!”

Meer tijd en overzicht
Martine Fens, verpleegkundig specialist geriatrie, noemt haar vak de ‘ultieme combinatie van cure & care’. Ze werkte jaren als verpleegkundige op de afdeling geriatrie. “Ik kwam op een punt dat ik meer wilde betekenen en meer zelfstandigheid wilde. Dat is allebei gelukt. In deze rol kan ik veel aandacht geven en heb breder zicht op de hele keten van zorg. Dat helpt om de beste plek voor patiënten te vinden.” Martine wordt door afdelingen in consult geroepen wanneer daar patiënten verblijven met bijvoorbeeld acute verwardheid, dementie, valgevaar of het gebruik van veel geneesmiddelen tegelijk. Daarnaast verricht ze de osteoporosepoli en cognitieve screenings, inclusief diagnose en beleid. “Bij complexe patiënten buiten mijn expertise is er ruimte voor overleg met de medisch specialisten; verder laten ze mij vrij. Ik zit heel goed op m’n plek!”

Nog niet zo bekend
Rest nog de vraag: weet de patiënt precies met wie hij of zij van doen heeft? De ervaring van alle vier is dat hun functie nog niet zo bekend is. Voor veel mensen betekent de witte jas al snel ‘dokter’. “We proberen altijd zo goed mogelijk uit te leggen dat wij zowel medisch als verpleegkundig geschoold zijn en daardoor juist éxtra gespecialiseerd op ons vakgebied.” In het ASz werken behalve verpleegkundig specialisten ook ‘physician assistants’: eveneens niet-medici die zelfstandig dokterstaken verrichten, maar dan vanuit een niet-verpleegkundige achtergrond.

 

Op de foto: De verpleegkundig specialisten Maikel Hustinx, Rowan van Gerven, Thirza Plomp en Martine Fens.