DORDRECHT – Teekengenootschap Pictura bestaat 250 jaar en is nog springlevend. Dit feestjaar leest u wekelijks op deze plek over Picturianen van vroeger en nu en hun sporen in de stad en daarbuiten.

Bijzondere logés

Pictura kreeg deze week twee speciale gasten. Ze maakten een lange reis, die begon in de stad Victoria in Canada. Verpakt in bubbeltjesplastic hebben ze zonder ook maar één barst de reis doorstaan. U snapt vast al waar het om gaat: de twee kruikjes op de foto. Ze logeren in Pictura als onderdeel van de tentoonstelling De Verplaatsing (tot 16 juni). Daarna worden ze opgenomen in de archeologische collectie van het Dordrechts Museum.

Het verhaal achter deze drinkbekers is ongelooflijk maar waar. Ze dateren uit de 13e eeuw. Waarschijnlijk zijn ze rond 1250 gebakken van Duitse klei. Ze zijn gebruikt in het middeleeuwse kasteel Huis te Merwede, waarvan sinds 1418 alleen een ruïne rest, achter de gevangenis op de Staart. Bij opgravingen tussen 1940 en 1945 werden de kruikjes ontdekt en uiteindelijk gekocht door de antiquair John Boehme in Californië. Hij verhuisde later met zijn gezin naar Victoria in Canada.

Zolang als hij zich kan herinneren stonden die bekers bij hen thuis, vertelt diens zoon John G. Boehme (60). Na het overlijden van zijn vader in 2018 kreeg hij ze in bezit. Als kunstenaar heeft hij contacten over de hele wereld, ook met Picturianen, in het bijzonder met Frans van Lent. Die vroeg hem om mee te doen aan zijn tentoonstelling De Verplaatsing. John wist dat de bekers uit Dordrecht komen, dankzij het originele document uit 1947 van de gemeente, dat zijn vader bij de aankoop kreeg. Dat bracht hem op het idee de bekers te repatriëren naar de plek waar ze écht thuis horen.

De officiële overdracht vond plaats bij de ruïne van Huis te Merwede. Tussen de brandnetels pakte John Boehme de kruikjes uit om er samen met Mirjam van Oeveren van de afdeling archeologie van het Dordrechts Museum een biertje uit te drinken. Proost op hun behouden thuiskomst!