DORDRECHT – Schrijver, journalist en fotograaf Frits Baarda (64) overhandigde zaterdag zijn boek ‘Stemmen uit mijn straat. Dordrecht in coronatijd’ aan de oudste bewoonster van de Hoge Nieuwstraat, de straat waar hij al ruim veertig jaar woont. Op een dag in coronatijd besloot hij zijn buren te vragen hoe zij deze ongewone tijd ervaren. Met een microfoon aan een oude vishengel ging hij bij ze langs voor interviews op veilige afstand. Het resulteerde in een boek van 112 pagina’s met dertig persoonlijke verhalen, met fotoportret. Of zoals hij het zelf omschrijft: ‘Een tijdsdocument dat een betekenisvol en ontroerend beeld geeft van een gewone Nederlandse straat in ongewone tijden’.

 Wat deed u besluiten met een hengel de straat op te gaan?

“Net als veel Nederlanders zat ik dit voorjaar thuis naar een persconferentie van premier Rutte te kijken. Bijna alles ging op slot, thuis blijven was het devies. Maar ik ging de straat op. Als journalist was ik immers ooggetuige van een historische pandemie. Actie was geboden, ik moest dit van mezelf vastleggen in een tijdsdocument voor nu en voor later.”

Welke vragen heeft u aan uw straatgenoten voorgelegd?

“De belangrijkste vraag aan mijn buren was: hoe gaat met je? Daarna: ben je angstig of onzeker, net als ik? Heb je nog een baan? Hoe is het om je kinderen of kleinkinderen niet meer te zien? Het zijn vragen die je aan alle Dordtenaren had kunnen stellen. Heel herkenbaar. Mijn buren verrasten me door hun deuren en harten voor me te openen. De oma, schoonmaakster, ondernemer, psychiater, kokkin, leerkracht, autistische buurjongen en al die anderen – alle ontmoetingen ontroerden me. Ik schreef dertig verhalen en een laatste verhaal over mezelf. Het is een rijk geschakeerd portret van een Dordtse mini-samenleving geworden. Later heb ik er nog een historische verhaal over Dordrecht aan toegevoegd, over misère die de stad in eerdere eeuwen heeft bezocht, want corona was niet de eerste plaag en zal niet de laatste zijn.”

Waren er veel overeenkomsten of beleeft iedereen deze tijd anders?

“De mensen ervaren corona en de opgelegde maatregelen verschillend, merkte ik. De één was angstig en werd zich bewust van zijn kwetsbaarheid, de ander was bijna laconiek. Het liep zo’n vaart niet met dat virus. Toch voelde iedereen zich ontregeld. Juist die ontregeling zorgde voor een behoefte aan contact. ‘Hoe gaat het met u?’ was een meer dan eenvoudige vraag. De aandacht deed de mensen goed.”

 Wat heeft dit project gedaan met uw band met de buren?

“In de Hoge Nieuwstraat wordt ieder jaar al een straatfeest gehouden. De sfeer is aangenaam, de mensen zijn zorgzaam voor elkaar. Ik meende veel van mijn buren te kennen. Maar mijn project ‘Stemmen uit mijn straat’ heeft de contacten verdiept. Zelf ben ik ook opener en socialer geworden. Iedereen wil het boek hebben en elkaars verhalen lezen. Als schrijver kan je daar alleen maar van dromen. Het project heeft echt iets teweeggebracht.”

 Uw project is zelfs opgenomen in de Canon van Dordrecht. En in de tentoonstelling I Love Dordt. Eervol?

“Als journalist schrijf je meestal over de actualiteit of eigentijdse onderwerpen. Eén van de verhalen, die over de wijze Marokkaanse mevrouw Doubli – Belaïd, is verkozen tot laatste ‘venster’ van de Canon van Dordrecht, een prachtig en noodzakelijk initiatief. Daarmee verovert mijn corona-project direct een plek in de geschiedenis. Het Regionaal Archief Dordrecht neemt ‘Stemmen uit mijn straat’ ook als tijdsdocument in de collectie op. En dan krijgt de leukste straat van Dordrecht ook nog een plek in de expositie van het prachtige Dordrechts Museum. Als schrijver die niet kan tekenen of schilderen, is dat natuurlijk de ultieme eer!”

 ‘Stemmen uit mijn straat. Dordrecht in coronatijd’ is een uitgave van Thoth uit Bussum. Het is voor 15 euro te koop in alle boekwinkels van Dordrecht.