Caty Kroon doet om de week voor Dordt Centraal verslag van een rechtszaak die recent op de rol stond bij de Rechtbank in Dordrecht. (Archieffoto: Stolk Fotografie)

‘Natuurlijk heb ik een snorfiets, ik ben een ouwe vent!’

Marius O.* (56) is een positief mens, hoewel hij in zijn leven genoeg meemaakt wat hem somber zou kunnen stemmen. Zo is hij dakloos en heeft hij een behoorlijk dichtbeschreven strafblad. Maar hé, hij vindt het positief dat hij een daklozenuitkering krijgt en positief is ook dat het aantal strafbare feiten wat lijkt op te drogen. Toch staat Marius vandaag voor de politierechter vanwege een verkeersakkefietje want ja, klein terugvalletje. Hij wordt bijgestaan door zijn advocaat. Die is er mede vanwege een eerder dingetje toen Marius even niet zo positief was en in een vechtpartij verwikkeld raakte, maar daar gaan we het vandaag niet over hebben.

De officier van justitie vat binnen een paar zinnen samen waar Marius van wordt verdacht: drie maanden geleden is hij opgepakt omdat hij dronken op een snorfiets reed zonder dat hem een rijbewijs was afgegeven. Dat rijbewijs was hij eerder kwijtgeraakt om dezelfde reden. Marius hoort het goedmoedig aan als de politierechter de gebeurtenis met de snorfiets in herinnering brengt: “U slingerde wat.” Marius knikt. “Ik was blij.” “Maar wel met een biertje in uw hand.” Dat geeft hij direct toe. De officier van justitie vraagt aan Marius: “Als u niet op een snorfiets mag rijden, waarom heeft u er dan eentje?” “Natuurlijk heb ik een snorfiets, ik ben een ouwe vent!”, roept Marius op een toon alsof de officier het antwoord zelf wel had kunnen bedenken. Maar ja, dronken en slingerend op een snorfiets langs de N3 rijden waar het verkeer overheen raast, is wel heel gevaarlijk. “Ik was op het fietspad” probeert Marius te vergoelijken.

De politierechter werpt een blik op Marius’ strafblad en constateert dat hij minder overtredingen maakt. Dat vindt Marius zelf ook wel positief, hoewel hij bij deze overtreding bang is voor financiële gevolgen. Een boete betalen van een daklozenuitkering zou moeilijk voor hem zijn. De politierechter zegt dat zij drie smaken heeft: betalen, werken of zitten. Peinzend laat Marius de opties aan zich voorbijgaan. “Gelukkig heeft u deze keer niemand geslagen”, voegt ze er bemoedigend aan toe. De officier van justitie eist een taakstraf van achtentwintig uur en een onvoorwaardelijke rijontzegging van twee maanden. Marius knikt blij, hij kan zich goed vinden in een taakstraf. De politierechter stelt in haar uitspraak de eis nog wat bij en maakt er zestien uur in totaal van. “Zestien uur maar?”, roept de positieve Marius. “Ik had gehoopt dat het er dertig zouden zijn!”

Eerder tijdens de rechtszitting verwonderde zijn advocaat zich ook al over Marius’ opgewektheid. “In de korte tijd dat we moesten wachten tot zijn zaak werd uitgeroepen, heeft hij me over zijn leven verteld”, zegt zijn raadsvrouw. “Ik heb niet eerder iemand ontmoet die zo positief is. Hij vertelde dat hij tijdens een vechtpartij eens dertien tanden was verloren en voegde eraan toe: gelukkig waren het er geen veertien.”

 * Gefingeerde naam.