Het is half negen op oudejaarsavond en ik maak me op voor een rondgang langs enkele ambulanceposten in de regio en de meldkamer in Rotterdam. Ik vind het belangrijk om juist op deze avond mijn betrokkenheid te tonen aan de collega’s die ervoor zorgen dat acute zorg beschikbaar is als de nood aan de man is. Oudejaarsnacht is zo’n tijdvak dat er van alles kan gebeuren. Ik heb ook piketdienst voor de GGD dus dat gaat prima samen. En gelukkig weet mijn partner als geen ander hoe het werkt, dus discussie hierover is er nooit.

Onderweg word ik getrakteerd op een spectaculaire luchtkermis, vol prachtige kleuren en donderend geknal. Na corona heeft Nederland er weer zin en dat is te merken. Op ons hoofdkantoor in Papendrecht haal ik de piketauto op. In het verlaten dagverblijf, van waaruit de collega’s vertrekken voor hun acute werkzaamheden, staan op tafel de oliebollen en appelbeignets waarmee we hen op zo’n avond verwennen. Maar nu wordt er kennelijk druk gereden…

Op naar de volgende vestiging in Dordrecht, onze grootste post. Maar ook hier is niemand aanwezig, staat de tv aan en de oliebollen op tafel. Jammer, maar dit is de realiteit en de opgave die we met elkaar als ambulancedienst hebben. Vervolgens naar Rotterdam, waar in het World Port Center de 112-meldkamer is gehuisvest. Het is opvallend rustig onderweg. Grote billboards maken duidelijk dat Rotterdam geen vuurwerk meer wil in de stad. Ik zoef naar de 21e verdieping, waar het een drukte van jewelste is. Politie, brandweer en ambulancedienst werken hier met elkaar aan de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van onze regio.

De late dienst is collegiaal wat vroeger afgelost en iedereen is druk in de weer met vuurwerkgerelateerde ellende. Ogen, handen of erger nog: spelen met vuur, knallers of siervuurwerk is linke soep. Nog steeds worden we geconfronteerd met dodelijke gevolgen van onveilig gebruik van vuurwerk. Illegale vuurwerkproducten in het bijzonder blijken levensgevaarlijke explosieven in de handen van onachtzame, onbesuisde en onervaren stunters. Ik vraag me af wie weleens een door vuurwerk verwoeste hand of beschadigd gezicht heeft gezien? Een enkeling misschien…maar dan was het wel te laat.

Hans Janssen