DORDRECHT – Hans Janssen is directeur van de regionale ambulancedienst. Hij schrijft iedere maand voor Dordt Centraal een column over zaken die hem raken binnen en buiten de zorg.
Toekomst
De afgelopen week werd ik met enkele collega’s van andere ambulancediensten de toekomst in geduwd door een keur aan sprekers in het Evoluon in Eindhoven. Fascinerend om vanuit nieuwe gezichtspunten te kijken naar de toekomst en wat die ons gaat brengen. Futuristische vergezichten en ontwikkelingen die effect gaan hebben op alle lagen en uithoeken van de samenleving. Dus ook op de zorg en de positie van de ambulancedienstverlening daarbinnen.
Wat kan er nog efficiënter? Welke hulpmiddelen kunnen nog worden ontwikkeld en toegevoegd aan de ambulance-inventaris? Wanneer komt er een elektrisch aangedreven ambulance? Hoe kan zo snel mogelijk inzicht worden verkregen in de medische geschiedenis van een patiënt die met spoed onze hulp nodig heeft? Is het bestelde patiëntenvervoer makkelijker te organiseren, zoals je bijvoorbeeld je maaltijd bestelt op een aanraakscherm bij de McDonalds? Hoe is de samenwerking met huisartsen en SEH’s verder te verbeteren? Is er plek voor kunstmatige intelligentie in de acute zorg? En zo ja: hoe dan?
Veel aandacht ging uit naar de meldkamers ambulancezorg, de plek waar onze hulverlening wordt gestart. Of het nu een reanimatie betreft of vervoer tussen ziekenhuizen, een sportongeval, niet vorderende bevalling of een verwarde persoon die de draad kwijt is: onze centralisten moeten met de grootst mogelijke zorgvuldigheid aan de telefoon kunnen inschatten wat er aan de hand is en vooral met welke urgentie een ambulance moet worden gestuurd, of niet. Met de komst van de ‘superurgentie’ (de zogeheten A0-urgentie) en de opdracht om zorg beter te coördineren, worden de 112-centralisten geacht op beslissende momenten alle zorgvragen sneller door te geleiden naar de juiste zorgverlener op het juiste moment.
Een vergelijking met luchtverkeersleiders is dan snel gemaakt, maar gaat niet helemaal op. Luchtverkeersleiders werken in korte tijdsblokken, voor maximale concentratie. Op dit moment moeten ambulancecentralisten bijna acht uur onafgebroken een correcte inschatting maken van de ernst van een situatie waarin aan de andere kant van de lijn wanhoop, machteloosheid, angst en paniek de boventoon voeren. Zwaar werk, maar 112-centralisten zijn desondanks onmisbaar als de zorgverkeersleiders van de toekomst. Bij onze meldkamer staat nog de hele maand oktober een vacature open! Wie durft?
Hans Janssen