“Weg met de avondklok. Weg met Kolff!” Mag ik zoiets roepen? Als je het nuchter ontleedt, zou je zeggen van wel. In een democratisch land mag je best ergens tegen zijn en het is ook niet ongebruikelijk dat iemand hardop zegt van een politicus of bestuurder af te willen. Als ik dan via social media ook nog oproep om vanavond om 21.00 uur met mij mee te komen demonstreren, is dat dan strafbaar? In elk geval riskeer ik een boete omdat ik de avondklok negeer, maar maak ik me hiermee schuldig aan opruiïng? Die vraag houdt mij bezig sinds ik de eerste veroordeling van een rechter las in een supersnelrechtzitting.

Net als elk weldenkend mens gruwde ik natuurlijk van de relschoppers, die in menige stad andermans bezittingen vernielden en de politie met stenen bekogelden. Dat gebeurt overigens vaker, bijvoorbeeld bij rellen tussen politie en inmiddels tot bondgenoten verklaarde voetbalhooligans. Stenen gooien levert dan steevast een taakstraf op. Stenen gooien bij coronarellen of demonstraties is blijkbaar ernstiger, want nu vonnissen rechters wekenlange celstraffen, aangevuld met taakstraf. Maar laat ik niet afdwalen; terug naar die opruiïng. In Breda oordeelde de rechter bij de eerste verdachte die terecht stond, op basis van de teksten zoals ik ze hierboven optekende, dat dat opruiïng was en veroordeelde de man tot vier maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk.

De rechter stelde dat als je zo’n oproep doet terwijl je wéét wat er in Eindhoven gebeurde, dat zich dat kan herhalen. Deze veroordeelde opruier was overigens een werkloze man met een verstandelijke beperking die zich door een buurtagent braaf naar huis liet dirigeren. Zijn oproep leidde ook niet tot geweld. In Goes gebeurde ook zoiets. En wees maar blij dat er geen rellen kwamen, zei de rechter daar, want anders waren de opruiers er niet met drie weken cel vanaf gekomen, maar zou hij maanden celstraf hebben opgelegd. Weer een andere rechter zei “we willen een signaal afgeven”.

Justitie is trots op de “afschrikkende werking van het (super)snelrecht”. Veel mensen in dit land ook. Voor hen zijn straffen nooit zwaar genoeg. Maar het meten met verschillende maten vind ik verontrustend. Als ik de straffen voor die Brabantse ‘opruier’ afzet tegen bijvoorbeeld de wegpiraat die met zijn motor een jong stel schepte op de Wijnstraat, waarbij een ongeboren baby overleed (100 uur taakstraf) en een directeur die verantwoordelijk was voor de dood van een werknemer (140 uur taakstraf) dan fronzen mijn wenkbrauwen. Corona tast nu ook al onze rechtspraak aan. De zoveelste motivatie om het vaccinatietempo op te voeren.

Thijs Blom.

(Archieffoto: Thymen Stolk)