Meneer Han is niet woest. Het plaatselijk dagblad wilde ons dat maandag laten geloven, maar de klanten van De Klandermuelen kregen vorige week desgevraagd een heel ander verhaal. Op de kaart van de zaak prijkte een vernietigende beoordeling van de koffie die daar geschonken wordt. Tikkeltje vreemd, want die uitslag zou zaterdag pas in de krant komen en echte reclame is zoiets nou toch ook weer niet? Dus vrijdagavond heb ik opheldering gevraagd.
Op deze plek heb ik al vaker m’n afschuw uitgesproken over die stompzinnige rapportjes over van alles en nog wat. Sinds het ijs van La Venezia volgens die krant niet deugde sla ik die pagina’s zinloze teksten ongelezen om. Onder het genot van een prima bakkie (ik deug kennelijk niet voor een smaakpanel) sprak ik Meneer Han er een beetje plagerig op aan, maar de reactie was typisch die van een 70-jarige man met veel levens- en horeca-ervaring.
Tamelijk lauw stelde hij vast dat hij ‘deze keer’ pech had. “Ze belden me nog om een reactie. Maar wat heeft dat voor zin? Waarschijnlijk hoopten ze op een lekkere boze quote van me. Ik heb wel de Dordtse redactie uitgenodigd en er komt een mannetje hoorde ik. Die krijgt een kop koffie en ik zet op tafel de defibrillator er naast. Mensen kunnen er namelijk in blijven, zo oordeelt dat testpanel. Eigenlijk vind ik zo’n tekst niet kunnen, maar goed, ze doen maar.”
Maar wat bedoelde hij met ‘deze keer’ eigenlijk? Toen ik het vroeg kwam er een twinkeling in z’n ogen. Met een glimlach van oor tot oor vertelde hij over de tweede plaats die hij ooit haalde in de Nationale Erwtensoeptest. In Gouda runde hij een goedlopende zaak waar mensen ook buiten de winter zo vaak om erwtensoep vroegen dat hij er een list op verzon. “Ja, je gaat toch geen erwtensoep maken in de zomer? Maar je wilt ook geen nee verkopen.”
Hij kocht bij een groothandel blikken soep van een mij onbekend merk. “Daar mieterden we water bij en omdat er weinig vlees in zat stopten we er ook worst van de Hema in. We kregen een top-beoordeling; het was een culinair genot.” En met die beoordeling kon je wel leven, vroeg ik nog. “Ach, de soep was niet aan te slepen en de blikken stonden tot aan het plafond. Ik was toen inderdaad niet teleurgesteld, maar eigenlijk net zo verbaasd als nu.”
Kronkelaar