Afgelopen maandag was het weer zover. De jaarlijkse schouw van de accommodatie van mijn cluppie. Prima initiatief trouwens, die schouw. Er komen dan mensen van de gemeente Dordrecht om met eigen ogen en oren waar te nemen wat er bij de sportverenigingen leeft. Een ultiem moment dus om vragen, wensen, ideeën en klachten te uiten. Vanuit het bestuur was mij de eer toebedeeld om de delegatie te ontvangen en rond te leiden. Ik zal u niet vermoeien met de details. Het werd allemaal keurig genoteerd door een zeer vriendelijke mevrouw, vergezeld door een net zo vriendelijke man en een oude bekende van me, die richting overheid en KNVB de belangen van alle Dordtse voetbalclubs behartigt. Al net zo vriendelijk.

U kent inmiddels mijn inborst, dus u snapt dat het met zoveel vriendelijkheid een aangename bijeenkomst is geworden. De inhoud was wat minder aangenaam. Sommige wensen en klachten leven al jaren en veel te vaak komt vanuit de gemeente de reactie dat er geen geld is om er wat aan te doen. Zonder vooruit te lopen op de uiteindelijke antwoorden stipten de ambtenaren voorzichtig aan dat de budgetten nog altijd niet toereikend zijn om het iedereen naar de zin te maken. Onze belangenbehartiger en ik mopperden dat de gemeente de mond vol heeft van hoe belangrijk sporten is, maar dat er richting de clubs al te lang te weinig mogelijk is. We voegden er vriendelijk aan toe dat onze bezoekers daar ook niks aan kunnen doen. Zij voeren slechts uit wat de politiek hen opdraagt.

De politieke baas van mijn gemeentelijke bezoekers, Meneer Marco, wethouder van sportzaken, is al bij herhaling gewezen op de zorgen die bij menig club leven over ‘zijn’ sportparkenvisie en dan met name het element dat alle accommodaties volledig open en toegankelijk moeten worden. Tijdens de schouw gaf ik aan dat onze club veel last heeft van vernielingen en grote hoeveelheden afval die worden achtergelaten door bezoekers, die met name door ons kunstgrasveld worden aangetrokken. Dat wordt alleen maar erger als ‘straks’ die verfoeide visie ten uitvoer gebracht wordt. Het gezelschap zuchtte diep; deze zorg bleek te zijn uitgesproken door alle clubs die ze bezochten.

Tot nu toe heeft Meneer Marco schijt aan de sportclubs. Althans, hij is niet gevoelig gebleken voor de zorgen van de verenigingen. Ik mopperde er nog even over door en vroeg me hardop af hoe lang het nog duurt eer een aso z’n hond op de sportvelden komt uitlaten en we voor wedstrijden en trainingen drollen moeten ruimen. Zonder blikken of blozen zei één van de ambtenaren dat dat al gebeurt. Serieus. Met name op het sportcomplex Krommedijk moet regelmatig hondenpoep geruimd worden. Er werd gelukkig niet bij gezegd; went u dus maar vast aan het idee. Zo bleef het vriendelijk. Richting Meneer Marco en de gemeenteraad ben ik minder vriendelijk; haal die poep uit je oren en luister naar de sportclubs!

Thijs Blom