Sportclubs hebben het moeilijk. Overal, maar zeker in Dordrecht waar onlangs het tijdperk is aangebroken van beknibbeling en betutteling. Daarin krijgt het Dordtse verenigingsleven een pittige rekening gepresenteerd. Zo worden in de anti-alcohol campagne ‘verzuip je toekomst niet’, die blijkbaar wél een vermogen mag kosten, de pijlen op de sportclubs gericht. Binnenkort worden ze aan nieuwe schenkregels en -tijden gebonden.
Wie weet dat een club buiten contributie en teruglopende sponsorinkomsten zeer afhankelijk is van de baromzet, die snapt dat er onheil dreigt. Mogen sporters zelf kiezen of ze na hun inspanningen nog een paar pilsjes drinken? En zelf zo verstandig zijn om dan niet achter het stuur te kruipen? Bij mijn club staan er al een tijdje mensen met een diploma ‘verantwoord schenken’ achter de bar. Maar het is de lokale overheid blijkbaar niet genoeg.
Het stadsbestuur maakt met de komende bezuinigingen een eind aan jeugd- en kleedkamersubsidies, dus om de contributies niet al te zeer te laten stijgen in een tijd dat iedereen op de kleintjes let, hoop je als club dat sponsors niet afhaken en er liefst nog een paar bijkomen. Maar ook dat dreigt een onmogelijke opgave te worden. In juni 2012 heeft de Sportraad (waarvan ik nog dacht dat die opkomt voor de sportclubs) namelijk nieuwe regels voor reclameborden vastgesteld.
Gelukkig gelden die regels nog niet, want de politiek heeft ze nog niet bekrachtigd. Hopelijk omdat de betutteling en de willekeur zelfs dit college van B&W en politieke partijen te ver gaan, maar ik vrees dat het meer een zaak is van de bekende traag draaiende molens. In de nieuwe regels moet elke nieuwe reclame-uiting op een sportcomplex ter goedkeuring worden voorgelegd aan de directeur van het Sportbedrijf. Zo is aanzetten tot drinken of roken uit den boze.
Juist dat voorbeeld gaat er bij mij wel in. Overigens moeten er dan heel wat bordjes langs de sportlijnen worden weggehaald. Buiten deze regel is er echter niets duidelijk; het subjectieve oordeel van de topambtenaar wordt bindend. Hij wikt en beschikt. Prima man hoor, die sportbaas. Maar dit moet je toch niet willen? Of heeft de man zo weinig te doen dat er een taak voor hem bedacht is? Als dat zo is, hebben wij binnen onze club nog wel wat zinnig vrijwilligerswerk voor ‘m.