Het CDA vindt dat het plaatsen van zonnepanelen op daken van sporthallen en scholen veel te langzaam gaat. De partij eist opheldering van burgemeester en wethouders. Dat is dus het dagelijks bestuur van de stad, waarvan het CDA zelf al vele jaren deel van uitmaakt. Het werkt bij mij vooral op m’n lachspieren, hoewel ik me realiseer dat de partij groot gelijk heeft. Ik weet dat de meeste politieke partijen dat óók vinden, dus wordt een open deur ingetrapt.

Feitelijk is deze ‘eis’ om opheldering niet meer dan het afgeven van een brevet van onvermogen. Het CDA en al die gelijkgestemden zijn het er over eens dat het véél sneller kan – en ook moet om in 2040 een energieneutrale stad te zijn – maar slagen er ‘gewoon’ niet in om het voor elkaar te krijgen. En eigenlijk is dat ongewoon, want wie de baas is in de stad moet ‘gewoon’ zorgen dat gebeurt wat er moet gebeuren. Waar het mis gaat? Dat is niet zo moeilijk te duiden; wat met de mond beleden wordt, wordt niet omgezet in daden.

Daken van sportaccommodaties zijn prima te gebruiken voor zonnepanelen. Bij mijn eigen club, GSC/ODS, begonnen we in 2016 met verduurzaming en hebben we de klimaatdoelen van 2040 nu al bijna gehaald. Vanuit het Rijk en andere instellingen kreeg de club subsidies en hulp, vanuit de gemeente kwam nul komma nul. Veel clubs en andere instanties met lege daken zien nu door hoge energiekosten ook nut en noodzaak voor de plaatsing van zonnepanelen. Gaat de gemeente Dordrecht ze daarbij helpen? Bij sportclubs hebben ze er weinig geloof in.

Exemplarisch voor de ‘medewerking’ van de gemeente Dordrecht is dat die al zes jaar weigert om een paar bomen te kappen, die schaduw werpen op de panelen van mijn cluppie. Naast het noodfonds van vijf miljoen euro voor verenigingen is een revolverend fonds nodig, waaruit de gemeente renteloze leningen verstrekt voor de aanleg van zonnedaken. Dus niet alleen vis, maar ook hengels uitdelen. Als dat gebeurt komen er snel veel daken vol te liggen met zonnepanelen. Misschien kan het CDA er een motie tegenaan gooien?

Thijs Blom