DORDRECHT – Henk Mesman schrijft iedere maand voor Dordt Centraal een verhaal over de geschiedenis van onze stad en haar omgeving. Deze keer over het jubilerende Teekengenootschap Pictura. (Foto: Regionaal Archief Dordrecht)

Het begon allemaal in de Grotekerksbuurt 80, u weet wel dat huis met die gemetselde traptoren aan de kant van de Pelserbrug. Hier had het echtpaar Leendert en Catharina van Strij  halverwege de 18e eeuw een schildersbedrijf. Zij deden allerlei soorten schilderwerk; van huisschilderwerk tot het aanbrengen van geschilderde decoraties op rijtuigen. Een romantisch tafereel, geschilderd op een wandvullend linnen behangetje, behoorde ook tot hun producten. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, één meisje en vier jongens. Abraham (1753-1826) en Jacob (1756-1815) zouden een belangrijke rol gaan spelen in het kunstschilderen.

Leertijd

De eerste lessen in kunstschilderen kregen Jacob en Abraham van hun vader Leendert. Daarna volgden zij colleges op de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Tenslotte gingen beide broers in de leer bij gerenommeerde kunstschilders. Abraham bij de Dordtse schilder Joris Ponse en Jacob bij de Antwerpenaar Andreas Lens. Als zelfstandige kunstschilders richtten Jacob en Abraham zich op  genrestukken. Een genrestuk is een schilderij met een voorstelling uit het dagelijkse leven. Abraham maakte vooral huiselijke taferelen. Favoriete onderwerpen van hem waren zonovergoten doorkijkjes van huiskamers waar een deur open stond, zodat je het interieur van een andere kamer kon zien. Op deze manier creëerde hij diepte in zijn werk. Abraham werd geïnspireerd door de 17e eeuwse schilders Johannes Vermeer en Pieter de Hooch. Jacob specialiseerde zich voornamelijk in landschappen. De romantiek van een ruiter die een praatje maakt met een schaapsherderinnetje in een bosrijke omgeving bijvoorbeeld. Jacob werd geïnspireerd door de 17e eeuwse Dordtse schilder Aelbert Cuyp.

Naar buiten

Halverwege de 18e eeuw werd de verftube ontwikkeld. Voorheen moest de schilder in zijn atelier zelf zijn verf mengen. De tubes waren een uitkomst voor schilders die in het open veld wilden werken. De 21-jarige Abraham van Strij trok regelmatig met zijn collega-schilders naar een gebied ten zuiden van Dordrecht. Dit gebied, de latere wijk Krispijn, was door zijn landelijke omgeving een paradijsje voor buitenschilders. In de 17e eeuw was Crispijn van Outgaerden eigenaar van dit landgoed. Hij zal zeker een bos met krullen op zijn hoofd gehad hebben. Het Latijnse woord Crispus, verbasterd tot Krispijn, betekent krullen. Ter hoogte van waar nu de Krispijnseweg de Brouwersdijk kruist stond tot 1904 een ‘uitspanning’. Hier konden de paarden van rijtuigen uitgespannen worden om te rusten. Ondertussen konden de reizigers een consumptie gebruiken. Bij mooi weer zaten de gasten buiten rond een grote tafel. Op de achtergrond zie je de Grote Kerk. Abraham dronk en at, samen met zijn vakbroeders, regelmatig wat in deze uitspanning. Het tafelgesprek ging natuurlijk over kunst.

Pictura

Het in 1641 opgerichte Dordtse kunstenaarscollectief ‘Sint Lukas broederschap’ had zijn mooiste tijd gehad. De vrienden achtten de tijd rijp om een nieuwe teken- en schilderclub in het leven te roepen. Iedereen zag hier de noodzaak van, tekenen vormt immers de basis  voor alle vormen van beeldende kunst. Het tekenengenootschap moest ‘Pictura’ gaan heten. De drijvende kracht achter de oprichting van Pictura was Abraham van Strij. In de begin periode bestond het bestuur uit meerdere directeuren. Abraham is tot twee jaar voor zijn dood één van deze directieleden geweest. Nog in hetzelfde jaar dat Pictura was opgericht, 1774, werden op 1 oktober de eerste tekenoefeningen gehouden in een lokaal boven de toenmalige Blauwpoort. Op die eerste avond in oktober 1774 is door Abraham een tekening van een man vervaardigd die bewaard is gebleven. De toen 18-jarige Jacob was bij de oprichting niet aanwezig. Hij studeerde op dat moment in Antwerpen. Bij zijn terugkeer in Dordrecht sloot hij zich aan bij Pictura. De mores was streng bij Pictura. Een aspirant-lid startte meestal met het natekenen van prenten. Daarna tekende hij geboetseerde beelden na en als laatste fase een levend model. Tijdens de lessen levend modeltekenen mocht je alleen converseren over tekenen, schilderen of kunst. Deelnemers die over alledaagse zaken spraken werden bestraft met een geldboete! Het tekengenootschap Pictura heeft sinds de oprichting op diverse plaatsen in Dordrecht een onderkomen gehad. In 1901 betrokken zij het huidige pand aan de Voorstaat 190. Na de dood van hun ouders zetten de beide broers Van Strij het schildersbedrijf aan de Grotekerksbuurt 80 voort. Naast het kunstschilderen bleef het vak van huisschilder een belangrijke en winstgevende activiteit. Het bedrijf legde hen geen windeieren, gezien het feit dat zij begin 19e eeuw vier kapitale woningen bezaten. Abraham en Jacob hadden een groot sociaal hart. Zij voelden het als een plicht arme ouders met getalenteerde kinderen financieel te ondersteunen om hen te kunnen laten studeren. Johannes Rutten (1809-1884), een zoon van een arme lorrenboer uit het Achterom, is hier een voorbeeld van. Rutten verwierf in zijn volwassenheid bekendheid als schilder van Dordtse stadsgezichten.

Henk Mesman. (Archieffoto: Stolk Fotografie)