DORDRECHT – Het Dordrechts Museum mag 189 kunstwerken houden waarop een claim was gelegd door 21 nazaten van de broers Benjamin en Nathan Katz, die vanaf 1930 eigenaren waren van Kunsthandel Firma D. Katz in Dieren.

De verzoekers stellen dat Kunsthandel Katz deze 189 geclaimde voorwerpen, voornamelijk schilderijen, tijdens het naziregime onvrijwillig heeft verloren. Om die reden hebben zij deze objecten in 2007 geclaimd. De Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog adviseert minister Jet Bussemaker van OCW nu om een claim tot teruggave van 189 kunstwerken uit de Rijkscollectie vrijwel geheel af te wijzen. Na onderzoek concludeert de commissie dat niet aan de voorwaarden voor restitutie is voldaan. Een uitzondering hierop vormt het schilderij Man met hoge baret van Ferdinand Bol, waarover de commissie tot toewijzing adviseert.

Voorwaarden
De belangrijkste twee vereisten onder het toepasselijke beleid zijn dat in hoge mate aannemelijk moet zijn dat Kunsthandel Katz eigenaar was van de kunstwerken, en dat het waarschijnlijk moet zijn dat sprake was van verkoop onder dwang. Voor de 188 afgewezen kunstwerken geldt dat niet aan één of beide van deze voorwaarden is voldaan. De enige uitzondering hierop vormt het schilderij van Ferdinand Bol. Hierover oordeelt de restitutiecommissie dat zowel de eigendom als het gedwongen karakter van het bezitsverlies voldoende is aangetoond en dat het terug moet naar de nazaten van de broers Katz. De minister heeft het advies overgenomen.

Afbeeldingen: Enkele van de geclaimde schilderijen.