Waarde meneer Kronkelaar,

In de Dordt Centraal heb ik uw visie mogen vernemen over de zonnepanelen binnen het Dordts beschermd stadsgezicht.  Na een langdurige discussie moesten bewoners aan de Singel de zonnepanelen van hun dak halen die vanaf de straatzijde zichtbaar waren. De Singel ligt binnen beschermd stadsgezicht, en daar geldt die regel vanuit de Welstandsnota.

Nu heb ik begrepen dat het een goede gewoonte is dat raadsleden niet op columnisten reageren, maar zo nu en dan vind ik het net zo’n goede gewoonte om met elkaar van gedachten te wisselen. Gelukkig ben ik daarin niet beperkt door een limiet in woordaantal.

Ik voelde me geroepen richting het toetsenbord toen ik de volgende zin las in uw betoog: “Het was het slot van vier jaar strijd, die volgens mij louter verliezers heeft opgeleverd. Wellicht voelt mevrouw Eline, van Beter voor Dordt, zich nog wel een winnaar”.

Waarde meneer Kronkelaar, ik kan u verzekeren dat ik me op geen enkel moment in deze discussie een winnaar heb gevoeld. Ik haal geen voldoening uit het besef dat deze mensen een dure investering als zonnepanelen teniet gedaan zien worden.

U zegt: “Regels zijn er niet om goedwillende mensen te tarten”. Het probleem in het bestuur is alleen dat de wet een dergelijk onderscheid op intentie in dit geval niet toestaat. Wat voor u geldt, geldt ook in gelijksoortige gevallen voor een ander. In dit geval was er geen vergunning aangevraagd en er waren klachten binnengekomen. De gemeente heeft in zo’n geval een handhavingsplicht. Van handhaven mag de gemeente alleen afwijken als er concreet zicht op legalisatie bestaat. Alleen, als je het dáár zou toestaan, dan mag een ander logischerwijs ook een beroep doen op die toestemming.

De enige oplossing zou dus zijn om de regel dat zonnepanelen binnen het beschermd stadsgezicht niet vanaf de straatzijde zichtbaar mogen zijn, geheel te schrappen uit de Welstandsnota.

Regels zijn niet heilig, en de regel moet vooral een doel dienen. Een realistische kijk op historische steden laat echter zien dat er geen stad mooi is gebleven door weinig regelgeving. Ook de 19e-eeuwse Schil is niet zomaar aangewezen als beschermd stadsgezicht. Dit gebied is -ondanks dat de sloophamer daar fors heeft ingegrepen- onderbouwd met 28 pagina’s aangewezen als gebied van algemeen belang door het Rijk. Daar moeten we zuinig op zijn.

Ik heb me in deze discussie -onder meer door betogen door collega-raadsleden- wel afgevraagd: zou het gerechtvaardigd zijn om de regel voor iedereen te schrappen? Maar de vraag naar een soepeler beleid is buiten het pand nabij Kunstmin nauwelijks merkbaar. Moeten we recent vastgesteld beleid gaan wijzigen op basis van één geval?

Mogelijk is er niet veel vraag naar verandering omdat we al een heel soepel beleid hanteren en er nog heel veel mogelijk is. Zowel op Rijksmonumenten als gemeentelijke monumenten binnen beschermd stadsgezicht mag je gewoon zonnepanelen plaatsen. Er is maar één gouden regel: zorg dat het niet zichtbaar is vanaf de straatkant.

Er is geen stad in Nederland waar het binnen beschermd stadsgezicht mogelijk is om aan de straatzijde zonnepanelen te plaatsen. Daar is een reden voor, namelijk dat het een ontzettend slecht idee is om dat criterium los te laten.

Bovendien worden we in deze discussie behoorlijk ingehaald door technologische ontwikkelingen. Een Nederlands bedrijf heeft inmiddels dakpannen ontwikkeld waarin zonnecellen zijn verwerkt juist met het oog op monumentale panden. Deze ontwikkeling zal zich nog wel voortzetten, duurzaamheid en een monumentale stad hoeven elkaar niet te bijten, je staat alleen af en toe voor wat bijzondere uitdagingen om de twee te combineren.

Alles afgewogen ben ik nog steeds van mening dat het schrappen van het zogenaamde ‘zichtcriterium’ een ongerechtvaardigde inbreuk zou maken op het beschermd stadsgezicht. Tegelijkertijd ben ik ook niet blind voor de nuance die ook u aanhaalt in uw column.

Weet u wat mij echt een winnaar zou doen laten voelen? Als we de strijd tegen de verkrotting eens zouden winnen.

Zie bijvoorbeeld de staat van pand Teerlink, op de kop van de Kalkhaven. Dat staat ook binnen beschermd stadsgezicht. Kijk naar de afbrokkelende panden op de Voorstraat-Midden. Ook dát is beschermd stadsgezicht, dat zijn notabene Rijksmonumenten. En die historie is wel waarom toeristen hierheen komen. Onze historie is onze motor, het is wat ons zo vol verwondering op die kades laat staan. Het is de geschiedenis die deze stad uitademt dat maakt we hier willen wonen en niet in één of ander karakterloze gemeente in Flevoland.  Als je in die context naar dat soort wegrottende panden kijkt, dan zou je haast cynisch worden over de hele discussie.

Eigenaren van monumenten moeten voor iedere kleine ingreep langs een commissie maar als je niets doet aan onderhoud dan gaat dat vrijwel ongestraft. Dat tart ieder gevoel voor rechtvaardigheid. Of als een pand wordt aangekocht, er geen sloopvergunning wordt afgegeven en men het pand dan maar gewoon aan de tand des tijds overlaat zodat je vanzelf geen sloopvergunning meer nodig hebt.

Dát zijn de werkelijke aantastingen van ons beschermd stadsgezicht, en veel liever zou ik de verantwoordelijken daarvoor een ontzettend slecht jaar bezorgen.

Het gaat u goed.

Gegroet,

Eline van der Vorm

(Archieffoto: Thymen Stolk)