De afgelopen jaren is het aantal ondernemers in ons land sterk gegroeid. Bij steeds meer mensen wegen de voordelen zoals vrijheid in hoe en voor wie te werken, op tegen het risico op inkomensverlies. Volgens het CBS was er in 2019 een recordaantal bedrijfsoprichtingen. Er zijn bijna 159 duizend eenmanszaken opgericht, ruim driekwart van het totaal aantal gestarte bedrijven. Opvallend is dat bijna de helft van de gestarte ondernemers jonger is dan 35 jaar. Zij hebben vaak nog niet veel eigen vermogen opgebouwd. Is dat wel nodig voor het opzetten van een bedrijf? Dan kun je als ouder geld uitlenen aan het bedrijf van je kind. Hieronder lees je meer over de voordelen.

Familiebank heeft veel voordelen

In de familiesfeer helpen ouders hun kinderen vaak financieel een handje. Bijvoorbeeld met een schenking voor het kopen van een huis of voor de hypotheek. Maar met het stijgende aantal jonge ondernemers zullen er ook steeds meer ouders zijn die hun geld lenen voor het starten van een bedrijf. Dit is vaak goedkoper dan een zakelijke lening voor je ondernemende kind. Ook voor de ouders heeft het diverse voordelen. Zo krijg je bijvoorbeeld een (veel) hogere rente op je spaargeld dan bij de bank door het uit te lenen aan de onderneming van je kind.

Rekenvoorbeeld van een lening aan het bedrijf van je kind

Stel dat een startende ondernemer voor de aanschaf van apparatuur en inventaris 25.000 euro nodig heeft. Hij of zij heeft bij een geldverstrekker een offerte opgevraagd. Hierin wordt een rente van 8 procent aangeboden, bij een lening die in 60 maanden annuïtair moet worden afgelost. Als ouders krijgen jullie bij de bank tussen de 0,2 procent (vrij opneembaar) en 1,3 procent (vijf jaar vast) rente over jullie spaargeld (peildatum februari 2020).

Maar wat nu als het kind het geld niet leent van de geldverstrekker maar van zijn of haar ouders, tegen diezelfde 8 procent? En de lening wordt ook annuïtair afgelost in 60 maanden? Fiscaal is hier niets op tegen. Daarnaast maakt het voor de ondernemer financieel geen verschil of hij of zij bij de ouders of bij de geldverstrekker leent. De ouders krijgen op deze manier (8 – 1,3 =) 6,7 procent tot (8 – 0,2 =) 7,8 procent méér rente op hun spaargeld dan bij de bank. In het eerste jaar levert dat een voordeel op van 1.675 tot 1.950 euro. Doordat de lening wordt afgelost, daalt het jaarlijkse voordeel geleidelijk naar nul. Over de totale looptijd van 60 maanden kan het voordeel echter rond de 5.000 euro bedragen. Als ouder kun je daarnaast natuurlijk ook nog gebruikmaken van de jaarlijkse schenkingsvrijstelling.

Belastingdienst betaalt gedeeltelijk de rente

Bovenstaand rekenvoorbeeld klinkt interessant toch? Helemaal omdat de Belastingdienst meebetaalt aan de rente. De rente die je kind betaalt, mag hij of zij namelijk aftrekken van de winst van de onderneming. Let er overigens wel op dat er voldoende winst of inkomen is om de renteaftrek te kunnen benutten. Is het inkomen van je kind in Box 1 of de winst van de BV negatief? Dan kan er eventueel gebruik gemaakt worden van een verliesverrekening met inkomen of winst uit eerdere jaren (‘carry back’) of latere jaren (‘carry forward’).

In welke box valt uitgeleend geld?

Over het algemeen wordt gesteld dat een geldlening aan de IB-onderneming of BV van een meerderjarig kind in box 3 valt. Over dat vermogen moet wel vermogensrendementsheffing worden betaald. Dat betreft in 2020 0,54 procent over het vermogen. Maar dat is ook het geval als het op de bank zou staan en je er helemaal geen rente over zou ontvangen.

De ontvangen rente is in principe onbelast, maar dat is aan de Belastingdienst om te beoordelen. Zij hanteren als regel dat de leenvoorwaarden reëel moeten zijn. Je kunt extra gunstige voorwaarden hanteren bij een lening voor je kind, maar dit zou dus alleen maar tegen je werken. In dat geval kun je beter voor een schenking kiezen. Dat kan in 2020 belastingvrij tot 5.515 euro. Denk er overigens aan nooit te schenken op het moment van een rentebetaling. Anders bestaat de kans dat de aftrekbaarheid van de rente deels teniet wordt gedaan.

Leg de afspraken rond de lening vast in een overeenkomst

Wil je geen problemen onderling krijgen, en ook niet met de Belastingdienst? Stel dan een duidelijke leenovereenkomst op waarin de looptijd, rente, aflossingen en het geleende bedrag vermeld staan. Voor een ondernemerslening is een onderhandse ‘overeenkomst van geldlening’ in principe voldoende. Leef de afspraken rond aflossing en betaling van de rente daarnaast ook na om problemen te voorkomen.