Veel kinderen slissen, maar ook bij volwassenen kan het voorkomen. Slissen gaat vaak gepaard met afwijkende mondgewoonten zoals langdurig speen- of duimzuigen, een tong die naar voren duwt tijdens het slikken, kauwen met de mond open en door de mond ademen. Ofwel: alles wat er gebeurt in het mondgebied wat niet normaal is. Ook foutieve lipgewoonten en nagelbijten behoren tot deze categorie. Een logopedist kan onderzoek naar de oorzaak van het slissen. Na een intake volgt een behandeling met oefeningen gericht op de mondmotoriek. Hoe lang de behandeling duurt, is afhankelijk van motivatie, leeftijd en oorzaak van het slissen.

Wat is slissen?

Bij slissen (lispelen) worden klanken zoals de -s niet goed of niet op de juiste manier uitgesproken. Dit kan komen door zwakke tongspieren, een mindere tongmotoriek of het verkeerd aangeleerd hebben van klanken. Dit kan als storend ervaren worden tijdens het praten. Door het slissen of lispelen kan de stand van het gebit beïnvloed worden doordat tanden en kiezen naar voren of naar buiten worden gedrukt. Andersom komt ook voor: door een slappe mondmotoriek kan slissen of lispelen ontstaan. Daarnaast is de kans op een afwijkende slikbeweging groter.

Signalen

De logopedist maar ook tandarts of orthodontist signaleren afwijkende mondgewoonten regelmatig in hun praktijk. Ook in de thuissituatie zijn de signalen op te sporen. Je ziet dan bijvoorbeeld dat je kind door de mond in plaats van door de neus ademt. Ook als de mond de hele dag door openstaat, is dat een belangrijk signaal. De wil om van slissen af te komen is belangrijk bij de behandeling ervan. De logopedist adviseert over een geschikte behandeling en stemt deze af op specifieke behoeften. Oefeningen bestaan vooral uit het nadoen van klanken en woorden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een goede en een foute -s. De logopedist houdt een spiegel voor om te laten zien hoe het kind of de volwassene spreekt. Ook geeft een logopedist oefeningen om thuis mee aan de slag te gaan.

Welke therapie bij afwijkende mondgewoonten?

In de logopediepraktijk kan je kind zogenaamde oromyofunctionele therapie volgen. Dit is een therapie die helpt om alle mondspieren weer in evenwicht te brengen. De logopedist geeft hierbij gerichte oefeningen om zo het slissen af te leren. Ook logopedie in de vorm van articulatietherapie kan blijvend resultaat opleveren. De concrete logopedieoefeningen laten veelal snel verbeteringen zien van de afwijkende mondgewoonten. Ook de gebitsstand verbetert in veel gevallen. Dit is het gevolg van de verbeterde mondgewoonten die de logopedist het kind heeft aangeleerd. De belangrijkste voorwaarde voor het starten met de therapie is het stoppen van vingerzuigen of duimen. Het aanleren van een juiste tongpositie in rust en lipsluiting wordt getraind tijden de therapie. Voordat kinderen beginnen met logopedie kunnen logopedisten hiervoor handige tips geven.