Agile werken helpt bedrijven beter inspelen op veranderingen. Je bent flexibel en kan je snel aanpassen. Wil je aan de slag met innovatie? Dan is deze werkwijze misschien iets voor jouw organisatie. Maar let op: agile past niet bij elk bedrijf. Hoe kan agile jouw succes vergroten? En wanneer kun je de werkwijze beter links laten liggen?

Agile werken is razend populair. 63 procent van de organisaties gebruikt agile manieren van denken, werken en organiseren. Dat blijkt uit onderzoek van Organize Agile en Hogeschool Utrecht, onder ruim tweehonderd (HR-)leiders en professionals in negentien landen. Ook Nationale-Nederlanden Bank is fan. Wat maakt de werkwijze zo geliefd? En welke meerwaarde heeft agile voor jou? Daarvoor gaan we eerst terug naar de basis van agile.

Wat is agile werken?

Agile betekent ‘wendbaar’ of ‘flexibel’. Het is een manier van denken, werken en organiseren. Het idee erachter is dat organisaties makkelijk kunnen inspelen op veranderingen. Denk aan klantwensen die telkens veranderen. Of aan de opkomst van nieuwe technologieën. Maar ook aan crisissituaties, zoals de uitbraak van het coronavirus.

Scrum: een populaire vorm van agile werken

Er zijn allerlei manieren waarop je als bedrijf agile kunt werken. Een veelvoorkomende aanpak is scrum. Met scrum stem je producten of diensten zo goed mogelijk af op de behoeften van je klant.

Hoe dat er in de praktijk uitziet? Werknemers werken in scrumteams. Zo’n team bestaat uit zes tot negen werknemers. Het is een zelfsturend en multidisciplinair team. De teamleden werken in korte cycli (sprints) van twee tot maximaal vier weken. Aan het einde van zo’n sprint leveren ze een tussenproduct op. Dat beoordelen ze samen met de klant. Door de korte sprints kan een scrumteam makkelijk inspelen op nieuwe inzichten. En dat is handig: in deze tijd veranderen klantwensen, markten en technologieën namelijk sneller dan ooit.

Waar je op moet letten als je agile werkt

Steeds meer organisaties kiezen voor agile en scrum. Maar voordat je begint, is het belangrijk dat je weet wat je doet. En waarom. Want agile of scrum is nooit een doel op zich. Het moet altijd bijdragen aan de doelen van je bedrijf of team. Stel jezelf daarom de volgende vragen voordat je aan de slag gaat:

1. Moet ik snel inspelen op verandering?

Agile teams kunnen snel inspelen op wisselende omstandigheden. Dat is handig als je bezig bent met innovatie. Vaak weet je dan nog niet precies hoe je je einddoel gaat behalen. De agile aanpak is ook interessant als je complexe producten of diensten ontwikkelt. Denk aan een nieuwe app. Je voegt dan telkens nieuwe functies toe, die je eerst test. Je kunt dus meteen bijsturen als dat nodig is. Daardoor investeer je niet in een product dat achteraf niet blijkt te werken.

En werk je in een organisatie of team waar de omgeving steeds verandert? Ook dan kan agile helpen. Neem een marketingafdeling, die campagnes maakt. Met scrum kun je die campagnes tussendoor testen en bijsturen. Vallen de resultaten tegen? Dan zijn in het ergste geval maximaal vier weken ‘verloren’. Is de campagne een succes? Dan investeer je juist wat extra geld.

Agile is niet altijd de oplossing

Toch is agile niet voor elk bedrijf of team geschikt. Soms is het júist nodig om volgens strakke protocollen te werken. Bijvoorbeeld in een callcenter. Of in de gezondheidszorg, waar fouten voor grote schade kunnen zorgen. En werk je in een stabiele, voorspelbare markt? Of in een bedrijf waar digitale transformatie niet nodig is? Ook dan past agile misschien niet zo goed bij je organisatie.

2. Welke producten en diensten lever ik? En wie zijn daarbij betrokken?

Agile en scrum helpen je om goed in te spelen op de (wisselende) wensen van je klant. Het is dus belangrijk dat je de klant betrekt bij wat je doet. En dat je ervoor zorgt dat verschillende teams en afdelingen goed samenwerken. Scrum-teams spelen daar slim op in.

In stappen naar je einddoel

Een inspirerend voorbeeld is de bouwsector. Bij een bouwproject zijn veel mensen betrokken: van (onder)aannemers tot uitvoerende partijen. Projectleiders die volgens scrum werken, knippen een groot bouwproject in delen op. Ze maken multidisciplinaire teams. Die bestaan uit mensen met verschillende expertises. Zo’n team levert bijvoorbeeld elke week één verdieping van een gebouw op. Daarna kan de klant of opdrachtgever meteen feedback geven. De klant is dus altijd betrokken. Dat maakt de kans op tegenvallers een stuk kleiner. Het eindresultaat? Meer winst én een tevreden klant.

De keerzijde

Toch is agile scrum niet voor elk product of elke dienst geschikt. Neem een auto. In de ontwerpfase kan agile of scrum goed van pas komen. Dan wil je de wensen van de klant namelijk zoveel mogelijk meenemen. Maar is het ontwerp klaar? En begint de productiefase? Dan wil je vooral snel en efficiënt aan de slag. En niet telkens tijd kwijt zijn aan bijsturen en vergaderen. Agile is dan niet zo’n logische keuze.

3. Wil ik investeren in een andere werkcultuur?

Agile en scrum kunnen zorgen voor extra productieve teams. Een scrumteam bijvoorbeeld, heeft duidelijke doelen. Die geven je werknemers richting. Teamleden weten precies wat ze doen, wanneer en waarom. En ‘waarvoor ze het doen’. Dat maakt het teamgevoel sterk. Daarnaast communiceren agile teams open met elkaar. Teamleden geven elkaar steeds feedback. Ook houden ze op een scrumbord bij hoe het gaat met hun project. Tijdens een dagelijkse stand-up delen ze problemen.

Investeren in verandering

Het betekent wel dat je als organisatie aan een cultuurverandering moet werken. Het is belangrijk dat werknemers feedback kunnen geven en ontvangen. Ze moeten elkaar vragen durven stellen. En het eerlijk zeggen als ze hulp nodig hebben. Niet iedereen vindt dat even makkelijk. Coach je werknemers daarom goed. Bijvoorbeeld met hulp van een agile coach of een scrum-master. En bedenk of een cultuurverandering past bij jouw bedrijf. Zo ligt de agile aanpak minder voor de hand bij bedrijven met een sterke hiërarchie. Of in organisaties waar managers niet openstaan voor verandering.

4. Wil ik werken met zelfsturende teams?

Scrumteams bepalen zelf hoe ze hun werk organiseren. Ook schatten ze zelf in hoeveel tijd ze nodig hebben voor het opleveren van een tussenproduct. Dat betekent dat teamleden zelf beslissingen nemen en experimenteren. Daarnaast hebben ze veel eigen inbreng. Dat maakt ze over het algemeen gemotiveerd en productief.

Leren en experimenteren

De keerzijde? Je moet je teamleden vertrouwen geven. Want een beslissing kan ook verkeerd uitpakken. Teamleden moeten de ruimte krijgen om fouten te maken en daarvan te leren. Je werknemers krijgen dus een andere rol. En leidinggevenden ook: hun rol is vooral ondersteunend. Niet alle organisaties zijn dat gewend. Bereid je daar dus goed op voor.

Vergeet ook de samenwerking tussen het management en de ontwikkelaars niet. Werkt het ontwikkelteam agile? Maar wil het management geen energie steken in dagelijkse communicatie en regelmatige feedback? Dan heeft agile werken weinig zin.

Tip: stel doelen en begin klein

Kortom: agile doe je er niet ‘even bij’. Je hebt kennis nodig over wat agile werken inhoudt. En hoe je dat doet. Schakel dus een coach in. En houd er rekening mee dat het tijd en geld kost om te wennen aan jullie nieuwe manier van werken.

Begin daarom klein. Bijvoorbeeld met een project met een korte doorlooptijd. Of op één afdeling in plaats van in het hele bedrijf. Zo kun je rustig uitproberen of agile iets is voor jouw organisatie.